Typologie(ën)

appartementsgebouw
herenhuis

Ontwerper(s)

Henri DERÉEarchitect1925-1926

Jean FRANÇOISaannemer1925-1926

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 15867
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Terkamerenlaan ensemble van appartementsgebouw en herenhuis, vernuftig in elkaar passend, i.o.v. aannemer Jean François en n.o.v. arch. Henri Derée (signatuur en jaartal op nr. 23), respectievelijk van 1925 en 1926.

Émile De Motlaan 23 en Terkamerenlaan 17, geaquarelleerde tekening, SAB/OW 33993 (1926).

Émile De Motlaan nr. 23. Appartementsgebouw op doorlopend  perceel naar Terkamerenlaan met twee gevels in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik..

Émile De Motlaan 23, hoofdgevel (foto 2005).

Bakstenen gevels met witstenen elementen (Savonnières).
Gevel in Émile De Motlaan met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder monumentaal mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met breed dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Hardstenen sokkel met houten garagepoort onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Benedenverdieping volledig in witsteen. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen twee getraliede oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en opmerkelijke portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder uitkraging; polygonaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. naast metalen inkomdeur. Twee gestapelde polygonale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over hele gevelhoogte. Groot dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met terras met opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Steunen van portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. en vensterzuilen met repetitieve segmentprofielen. Oorspronkelijke deuren. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen. Tuinhek van 1928, waarschijnlijk n.o.v. zelfde arch. Inrichting van voortuin en gangpad met onregelmatige plavuizen oorspronkelijk.
Gevel in Terkamerenlaan met vier bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. uitkragend en met vierlichten, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met kleine polygonale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Benedenverdieping in hardsteen later voorzien van garagepoorten. Uitkragend bakstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en deuren vervangen.

Interieur. Per bouwlaag een appartement rond twee lichtschachten.

Terkamerenlaan nr. 17, op hoek met Émile De Motlaan. Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. van twee bouwlagen onder indrukwekkende mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..

Terkamerenlaan 17, gezicht vanaf de hoek (foto 2006).

Bakstenen gevel met witstenen elementen. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in De Motlaan, brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Terkamerenlaan. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd met kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in De Motlaan en hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met identieke elementen: polygonale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over hele gevelhoogte, in eerste bouwlaag met boogvensters en in tweede bouwlaag bekroond met terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Garagepoort.
In Terkamerenlaan inspringende hoek tussen hoek- en toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Deur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met kooflijst; daarboven gebogen vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedeverdeling. Linkertravee smaller; twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met elkaar verbonden door stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken; oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; in De Motlaan grote lichtkoepel die ‘atelier' op eerste verdieping verlicht. Oorspronkelijk schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Tuinhek van 1928 waarschijnlijk n.o.v. zelfde arch. Voortuin met lage ruitvormige structuren in buks.

Interieur.Opmerkelijk goed bewaard (lambriseringen, schouwen in gele en zwarte marmer, plafonds met sierlijsten) rond centrale eretrap. Twee souterrainverdiepingen, waarvan één gebruikt als kelder en één als keuken (volledig betegeld) en garage. Op benedenverdieping polygonale hal in zwart en wit marmer. Salon en eetkamer in enfilade en met eiken lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, uitgevend op bijkeuken. Grote eretrap onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Op eerste verdieping grote toiletruimte, hoofdslaapkamer en atelier. In mansarde drie kamers. Diensttrap verbindt alle verdiepingen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Émile De Motlaan 23: 33806 (1925), 34042 (1928); Terkamerenlaan 17: 33993 (1926-1928).
Publicaties en studies
CULOT, M., HENNAUT, E., LIESENS, L., (dir.), Catalogue des collections, t. II, AAM éd., Brussel, 1999, p. 147.

Tijdschriften
« Habitation, av. Emile De Mot, Bruxelles », Le Document, 67, 1930.
MOENAERT, R., « Quelques œuvres de l'architecte Henri Derée, SCAB. », L'Émulation, 6, 1931, pp. 151-164.