Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis

Ontwerper(s)

Arthur VERHELLEarchitect1907

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15267
lees meer

Beschrijving

Eclectische woning met Beaux-ArtselementenArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., arch. A. VERHELLE, 1907, getekend in de eerste bouwlaag.

Gevelfront in simili- en natuursteen met drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien), horizontaal geleed door kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Gevel getypeerd door uitspringende linker partij, licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met gestileerd bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). vanaf de tweede bouwlaag. Op de begane grond trapezoïdale uitbouw met balusterbekroning ; drie getraliede souterrainvensters in de hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., hierboven centraal korfboogvenster tussen twee rondboogvensters en halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt., paneeldecoratie op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Bel-etage met twee rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. deurvensters met booglijst en figuratief uitgewerkte sleutelsSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. In de derde bouwlaag twee getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. deurvensters onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., balkon op voluutconsoles. In de deurtravee korfboogvormige ijzeren inrijpoort met booglijst en decoratief uitgewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Tweede bouwlaag met rondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. deurvenster voorzien van afgerond balkon op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. In de derde bouwlaag getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. deurvenster in vlakke omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., rechthoekig balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder al dan niet gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Interieur : goed bewaard, met fraaie houten trap en mozaïekversiering ; op verdiepingen overvloedig stucdecor met medaillonsRonde of ovale cartouche., guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , enkele decoratieve schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 3413 (1907).