Typologie(ën)

burgerwoning
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Jean-Joseph DE WITaannemer, architect1904

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15306
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee eclectische panden n.o.v. arch. J.J. DEWIT, 1904.

Telkens drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Lijstgevels mogelijk in witte steen met veelvuldig gebruik van blauwe hardsteen voor onder andere banden, omlijstingen en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., getypeerd door hardstenen terrasvormende sokkel met bekronende balustradeHekwerk van spijlen of balusters., waarin getraliede souterrainvensters (Nr. 56 met garage uit 1936). Hierboven gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bekronend balkon ; rechthoekige muuropeningen met deurvenster in de eerste bouwlaag, balusterdecoratie in de tweede bouwlaag. In de derde bouwlaag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal deurvenster, hardstenen stijlen en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In de deurtravee vleugeldeur onder latei rustend op fraaie kraagstenen en bovenvenster met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. ; tweede bouwlaag met rechthoekig deurvenster onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en halfrond balkon met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. rustend op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ; rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de derde bouwlaag. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. (Nr. 54 met moderne kroonlijst). Attiekbalustrade in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. doorbroken door dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt., geflankeerd door zuilen. In de deurtravee kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 16631 (1904), 3042 (1936).