Voormalig kantoorgebouw van de "Rotterdamsche Verzekering Societeiten"
Koningsstraat 284
Sint-Franciscusstraat 65
Poststraat 36
Typologie(ën)
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
J. DUIJNSTEE – architect – 1936-1838
Stijlen
Pakketbootstijl
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10927
Beschrijving
Gelegen op de plaats van een groot herenhuis ontworpen door arch. G. HANSOTTE (1863). Kantoorgebouw in functionalistische stijl, opgetrokken in verschillende fasen i.o.v. de "Rotterdamsche Verzekering Societeiten", volgens bouwvergunningen van 1936, 1937 en 1938. Getekend op de gevel door J. DUIJNSTEE.
In een eerste fase werd het pand in de Sint-Franciscusstraat gebouwd, gevolgd door de constructie van het hoofdgebouw op de hoek met de Koningsstraat dat stilistisch gezien perfect aansluit op het eerste gedeelte. Tijdens de derde fase werd een terras aangebracht boven de vierde verdieping en een bijgebouw toegevoegd dat als kantine diende. Uitbreiding in 1955 naar de Sint-Franciscusstraat en Poststraat door de bouw van een nieuw kantoorgebouw n.o.v. arch. Ch. VAN NUETEN.
Enkele jaren in gebruik genomen door de Vlaamse Ekonomische Hogeschool, heden wacht het op een nieuwe bestemming. Beschermd door het KB van 08.08.1988.
Gevel gekenmerkt door de volumieke opstand, vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met brede of smalle rechthoekige muuropeningen, dakterrassen van verschillende niveaus en vaandelvormig hoekelement dat de verticaliteit benadrukt. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel op arduinen sokkel met kelderopeningen.
Gevel Koningsstraat: vier bouwlagen + entresol en drie of vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (bovenbouw). Begane grond symmetrisch opgebouwd rond brede verdiepte ingang met trappen, gevat tussen zware arduinen dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. met kwartrond beloop. Decoratieve mozaïeken banden, in het verlengde van het horizontaliserend ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. op de deurvleugels. Afgeronde, afdakvormende latei waarop de initalen "R.V.S." staan afgebeeld.
Op verdiepingen raampartijen afgewisseld met cementen banden. Rechthoekige muuropeningen met afgeronde stijlen voorzien van oorspronkelijke kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. die de horizontaliteit beklemtonen, net zoals de kordonvormende lekdrempel en het doorlopend balkon met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. leuning voor de eerste verdieping. Links op hoekzwik rustend, een uitspringend, beglaasd verticaal element dat boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitsteekt; dit gedeelte wordt aan weerszijden geflankeerd door twee arduinen bolornamenten en werd oorspronkelijk bekroond met een uithangbord waarop de initialen "R.V.S." stonden.
De afgeronde hoek verbindt deze gevel met die van de Sint-Franciscusstraat. Hier zijn de begane grond + entresol licht terugwijkend over de eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op verdiepingen, van rechts naar links: drie rijen van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; centrale trappenhuisverlichting in de vorm van een hoger oplopende, doorlopende drieledige muuropening met gezandstraalde glasramen en driehoekige uitspringende tussenstijlen; vervolgens drie rijen van telkens zeven kleine rechthoekige muuropeningen op kordonvormende lekdrempel. Uiterst links blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met typische toegangsdeur, geaccentueerd door een vooruitspringend element. Twee laatste bouwlagen gevormd door trapsgewijs terugwijkende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Links aanpalende lagere vleugel met twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Overkragende bovenbouw op kraagstenen verlicht door brede rechthoekige muuropeningen onder doorlopende latei; afgeronde, ribvormige stijlen. Bijgebouw op plat dak.
Bescherming 08.08.1988.
In een eerste fase werd het pand in de Sint-Franciscusstraat gebouwd, gevolgd door de constructie van het hoofdgebouw op de hoek met de Koningsstraat dat stilistisch gezien perfect aansluit op het eerste gedeelte. Tijdens de derde fase werd een terras aangebracht boven de vierde verdieping en een bijgebouw toegevoegd dat als kantine diende. Uitbreiding in 1955 naar de Sint-Franciscusstraat en Poststraat door de bouw van een nieuw kantoorgebouw n.o.v. arch. Ch. VAN NUETEN.
Enkele jaren in gebruik genomen door de Vlaamse Ekonomische Hogeschool, heden wacht het op een nieuwe bestemming. Beschermd door het KB van 08.08.1988.
Gevel gekenmerkt door de volumieke opstand, vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met brede of smalle rechthoekige muuropeningen, dakterrassen van verschillende niveaus en vaandelvormig hoekelement dat de verticaliteit benadrukt. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel op arduinen sokkel met kelderopeningen.
Gevel Koningsstraat: vier bouwlagen + entresol en drie of vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (bovenbouw). Begane grond symmetrisch opgebouwd rond brede verdiepte ingang met trappen, gevat tussen zware arduinen dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. met kwartrond beloop. Decoratieve mozaïeken banden, in het verlengde van het horizontaliserend ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. op de deurvleugels. Afgeronde, afdakvormende latei waarop de initalen "R.V.S." staan afgebeeld.
Op verdiepingen raampartijen afgewisseld met cementen banden. Rechthoekige muuropeningen met afgeronde stijlen voorzien van oorspronkelijke kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. die de horizontaliteit beklemtonen, net zoals de kordonvormende lekdrempel en het doorlopend balkon met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. leuning voor de eerste verdieping. Links op hoekzwik rustend, een uitspringend, beglaasd verticaal element dat boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitsteekt; dit gedeelte wordt aan weerszijden geflankeerd door twee arduinen bolornamenten en werd oorspronkelijk bekroond met een uithangbord waarop de initialen "R.V.S." stonden.
De afgeronde hoek verbindt deze gevel met die van de Sint-Franciscusstraat. Hier zijn de begane grond + entresol licht terugwijkend over de eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op verdiepingen, van rechts naar links: drie rijen van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; centrale trappenhuisverlichting in de vorm van een hoger oplopende, doorlopende drieledige muuropening met gezandstraalde glasramen en driehoekige uitspringende tussenstijlen; vervolgens drie rijen van telkens zeven kleine rechthoekige muuropeningen op kordonvormende lekdrempel. Uiterst links blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met typische toegangsdeur, geaccentueerd door een vooruitspringend element. Twee laatste bouwlagen gevormd door trapsgewijs terugwijkende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Links aanpalende lagere vleugel met twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Overkragende bovenbouw op kraagstenen verlicht door brede rechthoekige muuropeningen onder doorlopende latei; afgeronde, ribvormige stijlen. Bijgebouw op plat dak.
Bescherming 08.08.1988.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 58 (1863), 12674, 12847 (1936), 13015 (1937), 13132 (1938), 15034 (1955).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid