Typologie(ën)

Gevangenis
burgerwoning

Ontwerper(s)

L. BOUCKAERTingenieur-architect1911

Juridisch statuut

Beschermd sinds 23 maart 2017

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36783
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijke strafinrichting en geheel van drie dienstwoningen voor het gevangenispersoneel, in neo-Vlaamse renaissancestijl, n.o.v. L. Bouckaert, algemeen inspecteur-ingenieur van de penitentiaire gebouwen in Brussel, 1911.

Gevangenis van Vorst, Verbindingslaan 50A-52, UrbIS ® © – Distributie : CIRB Kunstlaan 20, 1000 Brussel 1996.

Geschiedenis
De gevangenis van Vorst werd gebouwd op een groot perceel gelegen op het oude plateau van de Hoeiweg, tussen de Verbindingslaan, de Albertlaan en de Laroussesquare. De gevangenis werd in 1873 gepland om die van de Miniemen van Brussel te vervangen. Ze werd rond 1910 gebouwd in het kader van het plan van aanleg van de Zuidwijk van Sint-Gillis, in 1876 opgesteld door wegeninspecteur Victor Besme en vastgelegd bij K.B. in 1892.

De gevangenis van Vorst is de uitbreiding van de gevangenis van Sint-Gillis (1885), waarmee ze is verbonden via een tunnel onder de Verbindingslaan –vandaar de naam van de laan
. De gevangenis van Sint-Gillis werd gebouwd als strafinrichting (voor veroordeelden), terwijl de gevangenis van Vorst een arresthuis is (voor personen die nog niet veroordeeld zijn en in voorarrest zitten).

Gevangenis van Vorst, vestigingsplan (detail), GAV/DS 20506 (1982).

De gevangenis van Vorst werd vijfentwintig jaar na die van Sint-Gillis gebouwd en neemt de algemene bouwprincipes ervan over. Die zijn gebaseerd op het cellulaire model uitgewerkt door de inspecteur-generaal van de gevangenissen van
1830 tot 1861, Edouard Ducpétiaux. Hij was een aanhanger van de morele idee van verbetering door opsluiting en volledig isolement en vond een antwoord op de nieuwe strafrechtelijke uitdagingen in de cellulaire architectuur, waarin de gevangene dag en nacht in een cel verbleef. Vanuit bouwkundig oogpunt zijn de gevangenissen die volgens dit model worden gebouwd gebaseerd op een stervormige plattegrond met vleugels die vertrekken uit een middelpunt vanwaar het toezicht wordt verzekerd. Deze indeling past het principe van het panopticisme (1791) toe. De gevangenis van Vorst is een van de laatste strafinrichtingen die volgens dit model werden gebouwd.

De gevangenis van Vorst, die nog altijd operationeel is, heeft in de loop van de 20e eeuw verscheidene aanpassingen, uitbreidingen en moderniseringen ondergaan om ze beter te doen inspelen op de nieuwe eisen inzake veiligheid, hygiëne en comfort: de individuele binnenplaatsen werden vervangen door gemeenschappelijke wandelingen, de cellen werden gemoderniseerd, er werd een nieuwe bezoekerscomplex gebouwd en nieuwe volumes werden toegevoegd (een wasserij in 1975-1976, een psychiatrische vleugel in 1982-1983), enz. Ondanks al deze werken zijn de oorspronkelijke structuur en indeling van de gevangenis vrij goed bewaard gebleven en zijn ze dus nog altijd zichtbaar.

Sinds de bouw van de gevangenis van Berkendael, die in 1984-1986 werd ontworpen (Berkendaelstraat
nr.42-48: zie deze straatnotitie), waarmee ze rechtstreeks in verbinding staat, is Vorst uitsluitend een vrouwengevangenis.


Beschrijving
Hoofdgevel. Aan de Verbindingslaan, gevel bestaande uit drie volumes die in de ringmuur zijn opgenomen: een centraal paviljoen met de toegang, geflankeerd door twee woonvolumes die oorspronkelijk bestemd waren voor de toezichthoudende zusters (volume links) en voor de directeur (volume rechts).

Verbindingslaan, toegangspaviljoen, opstand, GAV/DS 5416 (1911).

Volumes van vier bakstenen gevels met witstenen elementen, op hardstenen sokkel. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen kruiskozijnen, getralied op de benedenverdieping. Talrijke ijzeren ankers en hoekkettingen. Tentdaken en kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak.

Toegangspaviljoen van één bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risaliet en bekroond door een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met een blindZonder opening; blind venster, schijnopening. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Spitsboogvormige inrijpoort onder een stenen cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het wapen van België. Binnenin, aan weerszijden van de inrijpoort, portiersloges.

Woonvolumes van twee bouwlagen met identieke gevels, met een compositie volgens spiegelbeeldschema. Aan de straatkant, gevel van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan twee in risaliet en bekroond door een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. DakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. aan de linkerzijde van de voormalige woning van de zusters op de verdieping voorzien van een gotisch vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Rechts van het voormalige directeurshuis, bijgebouw opgetrokken op de plaats van een oude tuin, dat dienstdoet als toegang voor de bezoekers (toegangsdeur in de ringmuur).

Achter deze bebouwing aan de straatkant bevindt zich een grote binnenplaats die wordt afgebakend door de gevels van de administratieve gebouwen. Deze gevels zijn even hoog als de woonpaviljoenen aan de straatkant en zijn te zien vanaf de openbare ruimte. Door deze bijzondere indeling –twee reeksen volumes gescheiden door een binnenplaats – is de inwendige indeling van de inrichting en van de cellenvleugels niet zichtbaar van de straat.

Gevangenis van Vorst, [i]Bruxelles Patrimoine[/i], 10, 2014, p. 100.

Administratieve gebouwen
Achter de straatgevel bevindt zich een grote binnenplaats afgebakend door de gevels van de administratieve gebouwen, met drie aan elkaar palende volumes van twee bouwlagen in U-vorm. Polychrome gevels in neo-Vlaamse renaissancestijl analoog aan de volumes aan de straatkant. Tentdaken.

Cellenvleugels
Stervormige plattegrond met vier punten rond een centrale kern: twee kleine vleugels die oorspronkelijk voor de vrouwen waren voorbehouden (oorspronkelijk 130 cellen), en twee grotere vleugels voor de mannen (oorspronkelijk 270 cellen). De centrale toezichtspost is zelf in twee aparte delen opgedeeld, met op de eerste en de tweede verdieping een kapel in Brabantse neogotische stijl
, toegankelijk vanuit de cellenvleugels. Ze wordt verlicht door grote spitboogvensters en heeft ook een stervormige plattegrond.

Gevangenis van Vorst, [i]Bruxelles Patrimoine[/i], 10, 2014, p. 102.

Gevels van de binnenvleugels in roodgekleurde baksteen op een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. versierd met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen., in een soberder decoratieve behandeling dan de gevels die op de openbare ruimte uitgeven. Opstand met drie lagen cellen, verlicht door een reeks kleine getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; inspringend bovendeel, onder een schuin dak en voorzien van getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de centrale gang verlichten. Kopgevels bekroond door een geveltop met een profiel met middeleeuwse invloeden (torentjes en schietgaten) en bovenaan voorzien van een spitsboogvormige muuropening.

Gevangenis van Vorst, [i]Bruxelles Patrimoine[/i], 10, 2014, p. 105.

Binnen zijn de cellen (4 x 2,50 meter) verdeeld over drie bouwlagen op kelders, met ijzeren galerijen die de centrale gang over de hele hoogte vrij laten.

Omheiningsmuur van 6 meter hoog, in baksteen op een hardstenen sokkel en versierd met elementen in witsteen. Kleine torentjes op de hoeken. Dubbele muur langs de hele omtrek van de site, behalve ter hoogte van de drie toegangsgebouwen aan de Verbindingslaan. Deze verdubbeling verhoogt niet alleen de veiligheid, ze schept binnen de eerste omheiningsmuur van de gevangenis ook ruimte voor een stelplaats voor de celwagens en voor de woningen van de directeur en van de toezichthoudende zusters. De oude toegangspoort tot de tuin van het huis van de directeur is vervangen door een beveiligde poort.

Voormalige dienstwoningen van het gevangenispersoneel (
nr.44, 46 en 48)
De dienstwoningen bestemd voor de aalmoezenier, de adjunct-directeur en de hoofdtoezichter zijn aanpalend buiten de gevangenismuur opgetrokken en zijn dus rechtstreeks toegankelijk van de straat.

Dienstwoning van het gevangenispersoneel, Verbindingslaan 44, 46 en 48, opstand, GAV/DS 5416 (1911).

Geheel van drie burgerhuizen in neo-Vlaamse renaissancestijl
met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., nr.44 en 48 identiek. Bakstenen gevels op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met elementen in witsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een of meer stenen kruiskozijnen of enkele moneel. Toegangsdeuren onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Talrijke metalen ankers. Kleine dakkapellen onder tentdak. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op nr.46, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder opengewerkte trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. voorzien van per twee gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Op nr.44 en 48, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een dakvenster onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt..


Bronnen

Archieven
GAV/DS 44, 46, 48: 307, 5416 (1911), 12110; 50A-52: 3232, 4760, 5416 (1911), 14361 (1943), 14774 (1946), 18290 (1963), 20213, 20839, 21102, 22111; Berkendaelstraat 42-48: 3161 (1902-1903), 7786 (1923), 14594 (1946), 14725 (1946), 17269 (1958), 18262 (1962), 18584 (1964), 20506 (1982), 20596 (1984-1986).

Publicaties en studies
AUTENNE, A., KREUTZ, M., Étude historique et patrimoniale des Prisons de Sint-Gilles et Forest, Onuitgegeven studie, Directie Monumenten en Landschappen–GOB, Brussel, 2011.
KEMPENEERS, J., Histoire d’Obbrussel-Saint-Gilles, Ed. Publimonde, 1962, p.160.

Tijdschriften
AUTENNE, A., KREUTZ, M., “Het penitentiaire erfgoed. De cellengevangenissen van Sint-Gillis en Vorst”, Erfgoed Brussel, 10, 2014, pp. 92-107.

Websites
Federale overheidsdienst Justicie