Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2019

id

Urban : 29207
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillend uitgewerkte huizen in eclectische stijl, 1914.

Opstanden van twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevels in witgetinte baksteen met hardstenen elementen en motieven van beigekleurige baksteen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Op nr.139, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in gevarieerde vormen. Op de benedenverdieping van de hoofdtravee, trapezoïdale bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras afgesloten door een gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. rechts geflankeerd door een tweede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de vorm van een torentje onder tentdak.
Rechts, zijgevel met een centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van muuropeningen, waaronder de ingangsdeur op de benedenverdieping.


Op nr.141, boogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de verdieping, balkon met gebuikte ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Daarboven, dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. bekroond door een pinakel, links geflankeerd door een oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Smeedijzeren deur.

Huizen achter een achteruitbouwstrook afgesloten door de oorspronkelijke ijzeren hekken.

Bronnen

Archieven

GAV/DS 139, 141: 16618 (1914); 139: 25715 (2017); 141: 6517 (1914), 7224 (1921).