Typologie(ën)
architectenwoning
burgerwoning
burgerwoning
Ontwerper(s)
Arthur NELISSEN – architect – 1905
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29250
Beschrijving
Persoonlijk
woning van architect Arthur Nelissen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. gesigneerd op sokkel, 1905.
Maakt deel uit van een homogene huizenrij van burgerwoningen in eclectische stijl gebouwd tussen 1904 en 1910, van nr. 1 tot nr. 6.
Originele gevel van drie bouwlagen in lichtgekleurde baksteen met groengekleurde bakstenen elementen en hardsteen. Asymmetrische hardstenen benedenverdieping met tweelicht onder gemeenschappelijke getoogde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en deur met afgeronde hoeken; alledrie in gestileerde omlijstingen. In tweede bouwlaag hoefijzerboogvormige loggia benadrukt door polychrome ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. waarvan terras uitgeeft op hoefijzerboogvormig glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met aangepast schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Klein centraal balkon in hoogste bouwlaag met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bekroond door halsvormig reliëf in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. tussen twee postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. die kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Twee zijdelingse venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde onderdorpels en schuine bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder boogvormige waterlijst onderbroken door centraal boogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. ZwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en borstweringen voorzien van rozenreliëf aangebracht in de jaren 1920. Kroonlijst op uitgelengde korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. die samen een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. vormen. Bewaard smeedwerk en schrijnwerk met uitzondering van centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in hoogste bouwlaag.
Interieur. Rijk interieur met centrale bordestrap verlicht door zenitaal daklicht. Twee vertrekken per verdieping; burelen op de benedenverdieping, woonvertrekken op de verdiepingen.
Beschermd op 23.02.2006.
Maakt deel uit van een homogene huizenrij van burgerwoningen in eclectische stijl gebouwd tussen 1904 en 1910, van nr. 1 tot nr. 6.
Originele gevel van drie bouwlagen in lichtgekleurde baksteen met groengekleurde bakstenen elementen en hardsteen. Asymmetrische hardstenen benedenverdieping met tweelicht onder gemeenschappelijke getoogde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en deur met afgeronde hoeken; alledrie in gestileerde omlijstingen. In tweede bouwlaag hoefijzerboogvormige loggia benadrukt door polychrome ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. waarvan terras uitgeeft op hoefijzerboogvormig glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met aangepast schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Klein centraal balkon in hoogste bouwlaag met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bekroond door halsvormig reliëf in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. tussen twee postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. die kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Twee zijdelingse venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde onderdorpels en schuine bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder boogvormige waterlijst onderbroken door centraal boogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. ZwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en borstweringen voorzien van rozenreliëf aangebracht in de jaren 1920. Kroonlijst op uitgelengde korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. die samen een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. vormen. Bewaard smeedwerk en schrijnwerk met uitzondering van centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in hoogste bouwlaag.
Interieur. Rijk interieur met centrale bordestrap verlicht door zenitaal daklicht. Twee vertrekken per verdieping; burelen op de benedenverdieping, woonvertrekken op de verdiepingen.
Beschermd op 23.02.2006.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 3791 (1905).
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l’Art nouveau, Mark Vokaer ed., Brussel, 1992 (collection Europe 1900): pp 43-44.