Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Antoine AULBURarchitect1899

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17761
lees meer

Beschrijving

Voormalige eigen woning van arch. Antoine Aulbur, in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. inslag en elementen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.; in 1899 door hem ontworpen i.o.v. zijn vrouw Louise Gorlé.

Signatuur in gestileerde letters op benedenverdieping ‘L'Architecte / AULBUR: GORLE / 1899'.

Eedgenotenstraat 123, <a href='/nl/glossary/183' class='info'>opstand<span>Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.</span></a>, SAB/OW 9613 (1899).

Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen. Hoge hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met kleine souterrainvensters. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op verdiepingen drie verschillende grondplannen. Linkertravee volgt rooilijn. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. vanaf tweede bouwlaag inspringend, waardoor klein terras ontstaat aan straatzijde. Rechtertravee met nog grotere insprong; alleen met terras bekroonde toegangsvestibule volgt rooilijn. In linkertravee muuropeningen onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.; in twee andere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Gevel geritmeerd door thans gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting., heel waarschijnlijk oorspronkelijk versierd met sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister)..

Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Brugse stijl. Bekroond met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en geflankeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). die samenkomen in spitsboog. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onderling verbonden met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting..

Eedgenotenstraat 123, detail van de twee eerste <a href='/nl/glossary/249' class='info'>traveeën<span>Verticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...)</span></a> (foto 2006).

Tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. Benedenverdieping in inspringende omlijsting eindigend in dubbele getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. waarboven twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder zelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Laag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Torenvormige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met daklantaarn; thans bekleed met leisteen en spits  verdwenen.

In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. deur onder breed impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met stijl; geheel in inspringende omlijsting. Het eerste ontwerp, in 1903 door arch. gewijzigde ontwerp, voorzag op de plaats van dit toegangsvolume met vestibule met zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., aan straatzijde een binnenplaatsje afgesloten met een hek.

Eedgenotenstraat 123, <a href='/nl/glossary/257' class='info'>venster<span>Licht- en/of luchtopening in een muur.</span></a> in de eerste <a href='/nl/glossary/249' class='info'>travee<span>Verticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...)</span></a> op de benedenverdieping (foto 2008).

Boogfries met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. vervangen door dakvlakvensterIn het dakvlak ingewerkt venster.. Geraffineerd smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk voor venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van terrassen en ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met gebogen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. in impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. bewaard. Overige schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. In venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping nochtans bewaard glas-in-loodraam met bloemmotieven; dat van eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verlichtte het bureau van de architect.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 9613 (1899).

Publicaties en studies
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, pp. 38-39.