Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Ernest TONDEURarchitect1911

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29256
lees meer

Beschrijving

Opbrengstwoning in Beaux-artsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. gesigneerd op benedenverdieping ‘E.(rnest) TONDEUR / ARCHITECTE’, 1911. Gebouwd i.o.v. ingenieur en bouwondernemer Mihrtadiantz op doorlopende perceel naar Garibaldistraat met omheining en bijgebouw met garagepoort.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 15 tot nr. 20.

Symmetrische compositie van vier bouwlagen, oorspronkelijk onder plat dak met attiekbalustrade, sinds 1925 voorzien van mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Witstenen benedenverdieping met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en centrale inkom in keellijst en centrale cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Verdiepingen tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met simili-bepleistering met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en witstenen elementen. Gevarieerde muuropeningen: rechthoekig, korfboogvormig of getoogd met versierde sluitsteen. Op twee eerste verdiepingen, centrale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met concave zijkanten bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. van erker cartouche met jaartal ‘1912’. Geflankeerd door deurvensters met balkons, deze op eerste verdieping met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen zware peervormige postamenten waarop arabeskOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld., deze op tweede verdieping schouderboogvormig met dito smeedijzeren borstwering. Op derde verdieping zijdelingse venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Houten kroonlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ter hoogte van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Mansarde met drie dakkapellen (arch. Ernest Tondeur, 1925). Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Eclectische achtergevel van vier bouwlagen. Beige en oranje baksteen met centrale voorbouw onder halsvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. geflankeerd door balkons met houten balustrade. Gemeenschappelijke bakstenen omlijsting in centraal venster voorbouw. Bakstenen sierverband in borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren attiekborstwering voor plat dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Interieur. Volgens de bouwplannen van 1911 doet de benedenverdieping dienst als burelen:
bureau d’ingénieur, comptabilité, salle d’attente en bureau des comiss.. De verdiepingen worden bereikt via een grote centrale hal met bordestrap, hier bevinden zich twee, vanaf 1925, drie wooneenheden.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 5398 (1911), 5518 (1911), 8736 (1925).