Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Fernand CORNILarchitect1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29246
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende burgerwoningen in eclectische stijl n.o.v. architect Fernand Cornil, gebouwd voor eigen rekening, 1910.

Vormt de aanvang van een homogene huizenrij van burgerwoningen in eclectische stijl gebouwd tussen 1904 en 1910, van nr. 1 tot nr. 6.

Nr. 1 Gevel van drie bouwlagen, asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. op de benedenverdieping, symmetrisch op de verdieping. Geelgekleurde bakstenen gevel met elementen in lichtgeelkleurde baksteen en in hardsteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteen van roze zandsteen. Getoogde muuropeningen. Centraal op eerste verdieping gebogen balkon, op tweede verdieping recht balkon, beiden met ijzeren borstwering. Welfstenen in kelderverdieping en in tweede bouwlaag. Borstweringen met bakstenen sierverband met ruitmotief. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag tussen lisenen en met bakstenen sierverband met muizentandfries en kruismotieven in hoofdgestel. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. van verschillende afmetingen. Vensterschrijnwerk vervangen.

Nr. 2 Asymmetrische gevel onder mansarde. Bijzonder decoratieve gevel in beigekleurige bakstenen met elementen in groengekleurde baksteen en in hardsteen. Verschillende muuropeningen, deze op de eerste verdieping met stenen tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met op eerste verdieping gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; travee verlengd door topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en centraal pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Links dakkapel onder gewolfd schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. eerste verdieping met jaaropschrift ‘ANNO 1910’. Schrijnwerk haast volledig bewaard.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 5227 (1910).