Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jules LALIÈREarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 8726
lees meer

Beschrijving

Huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. de Naamse arch. Jules Lalière, 1912, leraar civiele bouwkunde.

Bakstenen (Zandvoorde) gevel met witstenen elementen. Muuropeningen met keellijst. Witstenen benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechts, groot korfboogvenster met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.; hardstenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. die vrij diep in sokkel begint. Links opengewerkte metalen deur, onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met schelp. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., onder schouderboog in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.; in derde bouwlaag met vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door witstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op verdiepingen, met in tweede bouwlaag groot balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en bekroond door gewelfd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met gebeeldhouwde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. tussen takken.
Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , met gewelfde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en glasroeden.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 281 (1912).