Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Joseph PRÉMONTarchitect1912

BAUDOIN COURTENS & ASSOCIÉSarchitectenbureau1996

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17520
lees meer

Beschrijving

Voormalig meisjespensionaat, in voorontwerp in neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. stijl, maar uitgevoerd in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl i.o.v. Mej. Thérèse Szlenkea en n.o.v. arch. Joseph Premont, 1912. Later hergebruikt als politiecommissariaat, maar grotendeels vernietigd door bomexplosie in 1985. Ingrijpende renovatie met inrichting van bureaus n.o.v. architectenbureau Baudoin Courtens & Associés en verkaveling tuin aan kant van Nestor Plissartlaan in 1996 (zie Nestor Plissartlaan).

Gevels met simili-bepleisterd. Symmetrisch opgebouwd geheel van vier bouwlagen onder plat dak met attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en centraal toegevoegde rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. glazen kap (1996).

Straatgevel met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), laterale in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Brede centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorafgegaan door rechthoekig volume van twee bouwlagen met dakterras en attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. RondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijsting, in tweede bouwlaag en derde bouwlaag met balusterborstwering. Op verdiepingen tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met Ionische deelzuilZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen.; in laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) binnen spaarveld. In hoogste bouwlaag van centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede rechthoekige vensterpartij tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..

Achtergevel met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en centraal monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. toegankelijk via zijdelingse steektrappen. Eerste bouwlaag met rond- en korfboogvormige muuropeningen met geriemde omlijstingen. Verdiepingen geritmeerd door spaarvelden en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In derde bouwlaag op laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkons met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balusterborstweringen.

Bijna identieke zijgevels met in eerste bouwlaag centraal rondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdiepingen drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan laterale blindZonder opening; blind venster, schijnopening. met dito oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in derde bouwlaag; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in hoogste bouwlaag. Houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. naar oorspronkelijk model.

Interieur met centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder grote glazen kap waarrond symmetrisch geplaatste ruimten.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 69 (1912), 37 (1996), 231 (1996).