Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Camille DAMMANarchitect1904

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28911
lees meer

Beschrijving

Schoolgebouw op een doorlopend  perceel naar de Victor Rousseaulaan in neogotische stijl, gesigneerd en gedateerd «C.(amille) Damman 1904»’ in opdracht van bouwpromotor Alexandre Bertrand.

Geschiedenis
Het terrein werd rond 1902 gekocht door de Société Anonyme des villas de Forest en verhuurd aan de religieuzen. Het diende oorspronkelijk als meisjesschool (kleuter-, basis en secundair onderwijs) en klooster voor de Société des Soeurs de Sainte Ursule de la Vierge Bénie. De zusters waren afkomstig van Dole (Frankrijk) en gaven sinds 1903 les in een tijdelijk gebouw in de Sint-Augustinuslaan 41. Vanaf 1905 vestigen ze zich in het hoofdgebouw langs de Wapenrustinglaan. Langs de Victor Rousseaulaan werd in de eerste bouwfase een bakstenen afsluitingsmuur voorzien. In 1924 kopen de religieuzen het schoolterrein van Alexandre Bertrand over en worden eigenaars.
De school bestond tot 1952 uit een gratis en een betalend departement die duidelijk van elkaar werden gescheiden: in het klein gebouw midden in het perceel bevonden zich de klassen voor de niet betalende leerlingen, terwijl het gebouw langs de Wapenrustinglaan werd gereserveerd voor de meer gegoede en betalende leerlingen.

Beschrijving
Gevel van elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen op hoge kelderverdieping onder mansardedak. Gevel in roodoranjegekleurde baksteen met banden in witte baksteen en elementen in wit- en hardsteen. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, rechthoekig op de eerste verdieping en tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in hoogste bouwlaag. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en twee uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., telkens onder versierde en verschillende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Centrale ingang met houten vleugeldeur geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en grote impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., geheel gevat in witstenen omlijsting met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Hierboven kader met opschrift ‘INSTITUT St URSULE’. Tweede en derde bouwlaag tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). samenkomend tot boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. ter hoogte van topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., topstuk voorzien van diepe nis voor een (verdwenen) beeld en opschrift ‘1904’. Korfboogvormige keldervensters voorzien van traliewerk. Bakstenen dakkapellen onder trapgeveltje. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en houten kroonlijst ondersteund door uitgelengde korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..

Achtergevel
met centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in die via een steektrap toegang geeft tot de grote speelplaats. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op alle bouwlagen. Oorspronkelijk zadeldak verbouwd tot mansarde voor het creëren van bijkomende leslokalen (1931, n.o.v. architect Michel Walthère).

Links van het hoofdgebouw, uitbreiding van vierbouwlagen met vijf traveeën uit 1964, n.o.v. architect J. BUCHEL.

Op het achterliggend perceel bevond zich een vrijstaand neogotisch gebouw uit 1904 waarin klassen en een overdekte speelplaats werden ondergebracht voor de niet betalende leerlingen. In 1987 werd dit geheel afgebroken om plaats te maken voor een nieuw gebouw met turnzaal n.o.v. arch. J. BUCHEL. Deze constructie leunt aan bij het straatgebouw langs de Victor Rousseaulaan van 1956 n.o.v. arch. Willy REYNS.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 3485 (1904), 5235 (1910), 5285 (1910), 11317 (1931), 18602 (1964), 19858 (1973), 20791 (1987).
Archief Geschied-en patrimoniumkring Vorst, map ‘Ecole libre état divers’.

Websites
Geschiedenis Sint-Ursula instituut