Typologie(ën)

school
stadhuis/gemeentehuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1900-1910

J. OTTENarchitect1954

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2022-2023

id

Urban : 24907
lees meer

Beschrijving

Geheel ontstaan uit de verbouwingen en herbestemming van de voormalige Villa Sint-Antonius – centraal gelegen op een groot perceel – tot een Don Boscoschool (1937-1993), vervolgens, sinds 2004, het nieuwe gemeentehuis en administratief centrum van Jette.

Historiek
De Villa Sint-Antonius werd wellicht voor G. Van Roye gebouwd in het begin van de 20e eeuw in een eclectische stijl en deed dienst als buitenhuis. Ze bestond uit een statige villa met bijgebouwen en een grote tuin. In 1937 kochten de Zusters van Don Bosco, een zustercongregatie behorende tot de salesianen het perceel en verbouwden de villa en de bijgebouwen tot een Don Boscoschool met internaat. In 1954 lieten de zusters een vleugel aanbouwen naar een ontwerp van de architect J. Otten, haaks ten opzichte van de villa, die quasi de volledige lengte van het perceel innam. Het gedeelte dat zichtbaar is vanuit de straat sluit stilistisch aan bij de Sint-Antoniusvilla, terwijl de vleugel in het verlengde van dit historiserende deel, en doorlopend  binnenin het perceel, werd uitgewerkt in een getemperd modernismeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton.. In deze nieuwe vleugel werden op de benedenverdieping de spreekkamers, een kapel en een overdekte speelplaats voorzien, terwijl op de verdieping slaapzalen werden ondergebracht. In 1966 werd deze vleugel verlengd met een nieuwe aanbouw naar een ontwerp van de architect Pierre Van den Berghe met een feestzaal op de benedenverdieping en klaslokalen op de verdieping. De school sloot zijn deuren in 1993. Enkele jaren later werden de gebouwen gekocht door de gemeente Jette die het geheel verbouwde tot nieuw gemeentehuis en administratief centrum. Deze nieuwe functie is sinds 2004 in gebruik.

Beschrijving
Voormalige villa in neo-Franse renaissancestijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Centrale hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. en uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risaliet, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder paviljoendak met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken; balusters. Bakstenen gevels met witstenen elementen op hardstenen plint. Risalieten gemarkeerd door hoekblokken. Muuropeningen korfboogvormig of rechthoekig met stijlen als drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. of serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. (cfr. hoofdtravee). Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met stenen balusterborstweringen op de verdieping.
Analoge uitwerking voor achtergevel. Benedenverdieping voorzien van een veelzijdige erker bekroond door een terras met stenen balusterborstwering.

Aansluitende vleugel in historiserende stijl uit 1954 met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de straatzijde en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met aansluitende haakse traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de voormalige villa. Vervolgd door een modernistische vleugel – achter de voormalige villa – met veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee of drie bouwlagen onder plat dak.



Bronnen

Archieven
GAJ/OW 8616 (1937), J1694 (1954), J4062 (1966), J4620 (1970), J7334 (2001).

Publicaties en studies
PAULUS, G., Jette, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-éditions, Bruxelles, 2000, p. 59.