Onderzoek en redactie

2005

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVervolg van dezelfde straat te Etterbeek. Rechte straat van Maurice Liétartstraat tot Roger Vandendriesschelaan, deel uitmakend van de “Groenelaanwijk” aangelegd door toedoen van Edmond Parmentier vlg. K.B. van 31.7.1909 (zie Roger Vandendriesschelaan).

Voorheen Charles Legrellestraat genoemd; huidige benaming verwijzend naar voormalige rector aan het Sint-Michielscollege.

Bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit rijhuizen van twee of drie bouwlagen onder mansarde- of zadeldak. Enerzijds treft men er gebouwen uit het interbellum, grotendeels aan pare zijde, in modernistische of art-decostijl of met tenminste elementen ervan. Anderzijds herkent men gebouwen van vóór W.O. I en dit grotendeels aan onpare zijde en op het einde van de straat. Slechts twee gebouwen dateren van de naoorlogse periode.

De bebouwing aan onpare kant dateert van kort na de aanleg van de straat. Woningen in eclectische stijl (zie nr. 104 of 187), in Beaux-Artsstijl (zie nr 245) of met neoclassicistische inslag: nr 185 van 1911 met balkon met gebuikte ijzeren borstwering. Uitzonderingen op deze stijlen situeren zich in het begin van de straat, het zijn kleine woningen in modernistische stijl: nr 181, woning n.o.v. arch. De Mol & Linssen, 1936; oorspronkelijk met handelsruimte, heden garage (1977) en nr 183 gesigneerd en gedateerd links op plint “de Mol R Linssen / Arch. 1935”, met trapezoïdale vensterpartij in tweede bouwlaag.

Tussen 1912 en 1913 werden ook aan pare zijde gebouwen in eclectische stijl opgetrokken. Zoals nr. 52 uit 1912 oorspronkelijk in eclectische stijl n.o.v. arch. Emile De Ligne; verhoogd (n.o.v. dezelfde arch., 1912) en sterk verbouwd (1964). De architect is ook de auteur van de nr. 50 uit 1926 en 193 uit 1922. Op het einde van de straat nr 106, voormalig woning met kunstenaarsatelier met neoclassicistische inslag n.o.v. eigenaar-kunstenaar Joseph Paij, 1912; met oorspronkelijk grote sgraffito op kroonlijst en atelier van twee bouwlagen onder glazen kap aan achterkant (noordzijde); Heden zwaar verbouwd en toevoeging van bouwlaag op achtergedeelte van huis (n.o.v. Atelier d'Architecture ADV, 1996).

Het vooral tijdens het interbellum dat het straatbeeld wordt gevormd. In 1922 doet de heer G. Thorelle, eigenaar van de ‘Manufacture d'Or et de Métal en feuilles' te Sint-Gillis, beroep op de architect Jean De Ligne voor het bouwen van vijf bescheiden woningen met bakstenen gevels (zie nr 56, 58, 60, 62 en 64). Hetzelfde jaar zal dezelfde architect de nr. 54 tekenen die aansluit bij het ensemble. Allen zijn het woningen met art-deco-elementen.
De art deco is eveneens vertegenwoordigd door de nr. 76 uit 1922, nr 102 (gesigneerd en gedateerd rechts op sokkel “M. Collet / Arch. 1928”; bewaard schrijn- en ijzerwerk), op de nr. 96 n.o.v. arch. Ad. Steylemans uit 1929, op de nr. 98, 100 uit 1935 (gesigneerd op plint van nr 98 “A. Mineur / Architecte”). Ook het bescheiden appartementsgebouw nr. 68-70 uit 1938 n.o.v. arch. de Backer op hoek met de Paul Bossustraat, wordt gekenmerkt door art deco (linkertravee met gestapelde erker bekroond door terras met metalen reling; oorspronkelijk schrijnwerk op benedenverdieping en derde bouwlaag).

De straat heeft niet enkel een residentieel karakter, getuige hiervan is de nr. 78-82 waar vanaf 1923 een atelier voor “fine menuiserie et de carrosserie de luxe” gevestigd was.

De twee naoorlogse gebouwen zijn de nr. 84, woning van het bel-etagetype n.o.v. arch. Raymond Decorte, 1949 en nr. 86-88, appartementsgebouw van vijf bouwlagen n.o.v. arch. Marc Spinael, 1953.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 50: 49 (1926); 52: 119 (1912), 141 (1912), 187 (1964); 68-70: 247 (1938); 72: 23 (1931); 76: 275 (1922); 84: 38 (1949); 86-88: 153 (1953); 96: 324 (1929), 72 (1936); 98, 100: 267 (1935); 102: 204 (1928); 106: 13 (1912), 255 (1996); 181: 162 (1936), 78 (1977); 183: 264 (1935); 185: 95 (1911); 199: 46 (1911), 223 (1926).
GASPW/DS 865.11 (doos 8745): Groenelaan en wijk.