Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1905-1915

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21071
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee analoge burgerhuizen in neogotische stijl met Brugse invloed, ca. 1910.

Maken deel uit van bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl en Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., van nr. 14 tot nr. 66.

Bakstenen gevels met hardstenen elementen. Vóór de toevoeging van een verdieping op nr. 64 in 1961 hadden de huizen elk twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met links de Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën.. Op nr. 62, bredere en op eenzelfde manier behandelde derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Arcaden, bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en spitsboogjes. Garagepoorten van latere datum, uit 1927 op nr. 64. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. GebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Tuinhek van nr. 62 grotendeels bewaard.

Op nr. 62, eerste en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met respectievelijk twee en drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen en bekroond door dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. en toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van benedenverdieping met fijne tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. in accoladevorm op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Op eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), balkon op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; op de benedenverdieping op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gebogen terras op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., toegankelijk via een centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat..

Op nr. 64, deur met latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met glas-in-loodraam met bloemendecor. Per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., die op eerste verdieping achter gebogen balkon.

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 64: 2170 (1927), 6164 (1961).