Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Jean-Florian COLLIN – architect – 1935
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 21104
Beschrijving
Geheel van twee modernistische appartementsgebouwen, n.o.v. architect Jean Florian Collin, nr. 142 voor eigen rekening, 1935. Gesigneerd “Jean F. Collin / architecte” op elke sokkel.
Acht bouwlagen onder plat dak. Benedenverdieping langs de Whitlocklaan in steen of similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., de rest van de gevels bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., het geheel nu beschilderd. Stenen lekdorpels. Toegangsportieken deels uitspringend, met zware luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met afgeronde hoeken op twee pijlerbundels en twee analoge betonnen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., deels terugwijkend met schuine vlakken gevormd door een rij pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Smeedijzeren beglaasde deuren. Garagepoorten vervangen, net als het meeste schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Geometrische hekken van achteruitbouwstrook bewaard.
Op nr. 142, op hoek met de Marie-Josélaan, drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Whitlocklaan en vijf andere langs de Marie-Josélaan, verbonden door een ronde negende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met geprofileerde omlijsting. Gevel in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met gebogen uiteinden, behalve op de laatste verdieping en de zijtraveeën. De kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). beklemtoont de voorlaatste verdieping en wordt op de hoek afgebroken. Op de benedenverdieping, meeste garagepoorten en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. getralied; toegang op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Whitlocklaan. Op de twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Marie-Josélaan, inrit en garagepoorten.
Op nr. 144, zes symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de twee centrale smaller en voorstevenvormig, de twee volgende vormen een rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Op de eerste verdieping wordt die erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. verlengd en vormt hij in de as de luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en aan de zijkant een gebogen balkon met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centrale toegang geflankeerd door twee kleine getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en vier garagepoorten. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder attiekmuurtje, doorlopend op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van nr. 142.
Acht bouwlagen onder plat dak. Benedenverdieping langs de Whitlocklaan in steen of similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., de rest van de gevels bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., het geheel nu beschilderd. Stenen lekdorpels. Toegangsportieken deels uitspringend, met zware luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met afgeronde hoeken op twee pijlerbundels en twee analoge betonnen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., deels terugwijkend met schuine vlakken gevormd door een rij pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Smeedijzeren beglaasde deuren. Garagepoorten vervangen, net als het meeste schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Geometrische hekken van achteruitbouwstrook bewaard.
Op nr. 142, op hoek met de Marie-Josélaan, drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Whitlocklaan en vijf andere langs de Marie-Josélaan, verbonden door een ronde negende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met geprofileerde omlijsting. Gevel in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met gebogen uiteinden, behalve op de laatste verdieping en de zijtraveeën. De kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). beklemtoont de voorlaatste verdieping en wordt op de hoek afgebroken. Op de benedenverdieping, meeste garagepoorten en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. getralied; toegang op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Whitlocklaan. Op de twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Marie-Josélaan, inrit en garagepoorten.
Op nr. 144, zes symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de twee centrale smaller en voorstevenvormig, de twee volgende vormen een rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Op de eerste verdieping wordt die erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. verlengd en vormt hij in de as de luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en aan de zijkant een gebogen balkon met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centrale toegang geflankeerd door twee kleine getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en vier garagepoorten. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder attiekmuurtje, doorlopend op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van nr. 142.
Bronnen
Archieven
GASLW/DS 142: 4680 (1935); 144: 4549 (1935).