Typologie(ën)

kantoorgebouw
station
postkantoor
Spoorwegerfgoed
historische lift

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1939-1959

Yvan BLOMMEarchitect1939-1959

Fernand PETITarchitect1939-1959

Marc DE VREESE1992-1994

Auguste PAYENarchitect1864-1869

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Modernisme

Inventaris(sen)

  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Inventaris van de stationsgebouwen in Brussel (Thierry Demey)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
  • Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 9423
lees meer

Beschrijving

Zuidstation is grootste station van hoofdstad en ligt tussen Fonsnylaan en Victor Hortaplein. Met bijgebouwen strekt het zich uit over meer dan 600 m langs Fonsnylaan. Omvat aan deze kant vertrekhal, administratieve gebouwen en gebouwen van de PostVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust., steunmuur van sporen, gedeeltelijk met portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., en twee tunnels voor auto's en voetgangers (zie Veeartsenstraat).

Vervangt een eerste, kleiner, station, gebouwd in de jaren 1860. Meeste huidige gebouwen in modernistische stijl n.o.v. arch. Adrien en Yvan Blomme en Fernand Petit, 1939-1954. Achterste gedeelte aan Victor Hortaplein n.o.v. arch. Marc De Vreese, 1992, doet dienst als HST-terminal. Hiervoor werd deel van station van 1939-1954 gesloopt.

Historiek.

1e Zuidstation (1864-1869)
, vandaag gesloopt, was gebouw met neoclassicistische inslag n.o.v. arch. Auguste Payen. Hoofdgevel bevond zich aan Pruisenstraat (huidige Argonnestraat). Station stond tegenover groot Grondwetplein, toen begrensd door Pruisenstraat, Jamarlaan en Hallepoortlaan (zie Grondwetplein).

Fonsnylaan, het 1ste Zuidstation, arch. Auguste Payen (Verzameling postkaarten Dexia Bank, s.d.).

Gevel ingedeeld volgens strikte symmetrie aan weerszijden van monumentaal toegangsportaal opgevat als triomfboog en geritmeerd door vier Corinthische zuilen; boven hoofdingangen bas-reliëfs met allegorieën op industrie door beeldhouwer Joseph Du Caju; hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. was bekroond met vier staande vrouwenfiguren met attributen van postVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. (brief), telegraaf (registreerapparaat), spoorweg (locomotief), zeeverkeer (roeispaan); geheel bekroond door beeldengroep n.o.v. beeldhouwer Louis Samain, 1880, als allegorie op vooruitgang van spoorwegen met vrouwenfiguur die met fakkel zwaait en op gevleugelde wagen staat die versierd is met hoofd van Mercurius.

Aan weerszijden van portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. twee horizontale volumes van één bouwlaag met grote rondboogopeningen naar achterliggende overdekte hallen met perrons; drieledige hal op gevel benadrukt door drietal puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

2e Zuidstation ontstaan door rechtstreekse spoorverbinding tussen Noord- en Zuidstation, dwars door stadscentrum. Werken voor verbinding gestart in 1911, onderbroken in 1914, hervat in 1936 en voltooid in 1952. Verbinding en daaruit voortvloeiende gevolgen zoals toename van verkeer, hoger aantal sporen en verhoging van spoorbeding met 6 m, maakten bouw van nieuw Zuidstation noodzakelijk. Project van arch. Adrien en Yvan Blomme en Fernand Petit in 1936 geselecteerd via wedstrijd, georganiseerd door een in 1935 opgerichte maatschappij, namelijk ‘Nationaal Bureau voor de Voltooiing van de Noord-ZuidVerbinding'.

Fonsnylaan, vogelperspectief van het nieuwe Zuidstation, tekening door arch. Blomme (KIK: 60543B).

Nieuw station uitgebreid van zes tot achttien sporen en werd daardoor dan Noordstation met slechts twaalf sporen. Omvat reeks gebouwen in modernistische stijl, gebouwd tussen 1939 en 1959, namelijk spoorwegstation, busstation, administratieve gebouwen, postsorteercentrum, taluud van spoorweg met steunmuur, viaducten en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.. Nieuw station ligt verder naar achter dan het oude. Oud station en centraal deel van Grondwetplein maakten plaats voor taluud van sporen en verbindingsviaduct.

Uitbreiding van station voor HST (1992-2003). In 1992 werd gedeelte van station aan Frankrijkstraat gesloopt om plaats te maken voor HST-uitbreiding. Toegangsportaal en toren met grote klok, cirkelvormige toegangshal, bagageruimte, restaurant en lokettenzaal verdwenen. Constructie past in groot renovatieproject van wijk, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan BBP Wijk van Frankrijkstraat (zie Frankrijkstraat). Bouw van zes perrons en twee terminals, Thalys en Eurostar, voltooid in oktober 1994, toen eerste trein vanuit Londen station binnen reed.

Victor Hortaplein, Zuidstation, uitbreiding HST (foto 2004).

Zuidviaduct (1912-1945). Metalen spoorwegbrug, overbrugt laan van kleine ring. Gebouwd voor W.O. I en bestand tegen belasting van 24 ton, en in 1945 voltooid en verstevigd voor belasting tot 180 ton. Opgebouwd uit drie bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., op acht pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) bevestigd op kogelgewrichten. Prefabconstructie in platijzer, gerealiseerd en geassembleerd met klinknagels in Ateliers Métallurgiques de Nivelles. Systeem, bekend als Cantilever, afkomstig uit VS, laat variabele belasting toe naar gelang de verplaatsing van de trein. Twee uitkragende voetgangersbruggen lopen langs brug en rusten op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., versierd met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad..

Gebouwen van arch. Blomme en Petit vertonen een opmerkelijke eenheid. Opeenvolging van verschillende modernistische gebouwen onder plat dak en spel van massa's en volumes. Visuele link tussen gebouwen door parementGevel- of muurbekleding. van gele, vlakke baksteen met uniek formaat (24 x 4 x 9 cm), Fauquenberg-steen genoemd, met brede voegen van 2 cm. Onderbouwen en kordons in hardsteen, structuren van muuropeningen en luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in beton.

Busstation. Op NO flank van station, busstation Overdektestraat onder sporen.

Tussen viaduct en Overdektestraat, aan Fonsnylaan, verwaarloosde handelsruimtes (o.m. voormalig postkantoor) onder hoger gelegen sporen. Gevel met hardstenen benedenverdieping onder hoge muur in gele baksteen, geritmeerd door wigvormige sokkels die elektriciteitsmasten van sporen dragen. Winkelpuien met metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Inspringende toegang van postkantoor benadrukt door acht pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).

Spoorwegstation. Stationonderdelen in Frankrijkstraat ruimden in jaren 1990 plaats voor HST-uitbreiding. Oorspronkelijk boven toegangsportaal toren met grote klok en dubbele functie, namelijk visuele baken en ventilatiekoker van ondergrondse lokalen. Interieur omvatte verschillende zalen. Lokettenzaal werd verlicht door opmerkelijke koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. in glastegels. Het met houten latten bedekt plafond werd gedragen door twaalf pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Restaurantzaal, geopend in 1952, omvatte laag gedeelte (café-brasserie) en hoog (restaurant); geritmeerd door zuilen, bekleed met grijs marmer; parketvloer in Kongolees hout; keramiektableaus met 28 motieven in geëmailleerd porselein, voorstelling: wapens en folklore van verschillende Belgische gemeenten (keramist M. Severin).

Fonsnylaan, Zuidstation, ingang tot station (foto 2004).

Toegangsportaal station. Tegenover Engelandstraat; vormt hoek van Overdektestraat met Fonsnylaan. Groot toegangsportaal tussen polygonale zuilen en onder grote betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. opengewerkt met glastegels, vervolgens lange venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. regelmatig onderverdeeld en gevuld met glastegels en tenslotte hoge blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muur.

Interieur van station. De behoefte om alle diensten onder de verhoogde sporen onder te brengen had invloed op het ontwerp van station: lage ruimten, weinig natuurlijk licht en gebruik van tril- en slijtagebestendig materiaal met goede geluidsisolatie. Twee hoofdtoegangen, aan Victor Hortaplein en Fonsnylaan, zijn verbonden door een brede gang met een lengte van 190 m, die via trappen en roltrappen met de perrons in verbinding staat. Gang geritmeerd door zichtbare metalen structuur die sporen ondersteunt. Perrons met afdaken in beton en metaal. Modernisering van 1992 zorgde voor nieuwe roltrappen, een nieuw reizigerscentrum (34 loketten) en een nieuwe bagageruimte. Gepolijst beton, roestvrij staal, glas en granito vervangen hier de oude materialen. Handelszone van 10.000m2 strekt zich uit langs Overdektestraat. Binnenkort start men de vernieuwing van de perrons en de vervanging van de afdaken door nieuwe metalen afdaken.

Drie administratieve gebouwen en het postsorteercentrum aan Fonsnylaan, op smal terrein (14m) tussen spoorwegen en Fonsnylaan. Gebouwen ingehuldigd ter gelegenheid van Wereldtentoonstelling van 1958. Coherentie van gevels dankzij benedenverdieping van gelijke hoogte en enkele vooruitstekende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Muuropeningen hebben aluminium schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , met vast benedendeel, kantelend bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en zonnescherm.

Nr. 47. Lang administratief gebouw voor station, symmetrisch ingedeeld in drie volumes: middenvolume met zeven bouwlagen en zijvolumes met zes bouwlagen. Muuropeningen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ingeschreven in betonnen raster; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spel van uitspringende bakstenen. Op verdiepingen van centraal volume zijtraveeën met over hele hoogte muuropening tussen schuine dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en gevuld door gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. constructie uit glastegels. Benedenverdieping met portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). geritmeerd door kolommen. Volume rechts heeft monumentale toegangspartij in hardsteen, metalen opengewerkte deur met stermotieven en daarboven drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..

Interieur behield oorspronkelijk decor. Paternosterlift. Spiraalvormige trap. Vloer in travertijn en mozaïek, trapleuning in beton en aluminium.

Fonsnylaan 47, administratief gebouw, <a href='/nl/glossary/267' class='info'>wenteltrap<span>Trap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt.</span></a> (foto 2004).

Nr. 48. Groot gebouw dat geautomatiseerde postsorteerdiensten van Brusselse agglomeratie centraliseert. Ontworpen op perceel van 114m lang en slechts 14 m diep. Daarom moest deel van gebouw boven de sporen uitsteken, waardoor diepte 29 m haalt. Zeven bouwlagen Symmetrische gevel met breder centraal gedeelte. Op benedenverdieping negen inrijpoorten tussen schuine betonnen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in hardsteenimitatie. Op verdiepingen uitspringende en brede gordijngevelNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. tussen blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvakken versierd met hardstenen allegorische reliëfs: links postsortering, gesigneerd “Gustave Jacobs / 1957”, rechts werk van rondtrekkende postbode, gesigneerd “Dolf Ledel / 1957”. Aan weerszijden van centraal gedeelte, zijvolumes met kleine vierkante muuropeningen binnen uitspringende omlijsting. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bekroond door borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in aluminium. Helihaven op dak.

Interieur momenteel leegstaand. Op benedenverdieping van rechts zijvolume postkantoor met lokettenzaal; vloer betegeld met grijze en zwarte marmer, marmeren toonbanken en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Verdiepingen omvatten grote sorteerzalen; bovenste bouwlaag herbergt keuken, mess, rustlokalen en bibliotheek. Airconditioning (vaste ramen met dubbel glas).

Fonsnylaan 48, gebouw van postsorteerdienst, bas-reliëf 'werk van rondtrekkende postbode' door Rolf Ledel (foto 2004).

Nr. 49. Groot gebouw met zeven bouwlagen. Centraal kolossale toegangspartij van twee bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op schuin geplaatste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; inspringende centrale toegang tussen afgeronde muuropeningen met glastegels, er naast en boven langwerpige muuropening met glastegels. Eerste vijf verdiepingen vormt lichte uitbouw binnen betonnen omlijsting; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met decoratief metselwerk. In hoogste bouwlaag kleine smalle rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Interieur momenteel niet in gebruik. Centrale trap naar eerste bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en vervolgens gesplitst in twee trapdelen die naar groot restaurant in tweede bouwlaag leiden. Bekleding met lichtgroene en zwarte keramiektegels.

Steunmuur. Tussen nr. 49 en Veeartsenstraat, lange steunmuur met parementGevel- of muurbekleding. conform aan die van station. Voorbij Veeartsenstraat en tot aan Drukkerijstraat steunmuur hoger en met lange portiek met betonnen zuilen en bekroond door metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
CHDStG.
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Publicaties en studies
DEMEY, T., Bruxelles, histoire d'une capitale en chantier, CFC éd., Brussel, 1990, t. I, pp. 185-237, t. II, pp.183-246.
DEMEY, T., Les gares bruxelloises, un patrimoine méconnu, Région de Bruxelles-Capitale, Service des Monuments et Sites, Brussel, 1994, pp. 28, 29, 48-52.
DUBREUCQ, J., Bruxelles 1000, une histoire capitale : 8 sections anciennes de Bruxelles en 9 volumes, Brussel, 1996-2000, pp.75-79.
MEIRSSCHAUT, P., Les sculptures de plein air à Bruxelles, guide explicatif, éd. E. Bruylant, Brussel, 1900, pp. 151-152.
Onroerend industrieel en sociaal erfgoed van het Brusselse gewest, La Fonderie asbl, Brussel, 1992, fiche 36.

Tijdschriften
WEBER, R., ‘ Réalisation d'une jonction ferroviaire au centre de Bruxelles ', Bulletin de l'Association du Congrès International des Chemins de fer, 5, 1949, pp. 453-512.
‘ La jonction et la transformation des gares de Bruxelles-Midi et Bruxelles-Nord ', Revue générale des Chemins de fer, mai 1953, pp. 298-306.
BLOMME, Y., PETIT, J., ‘ Les trois gares de Bruxelles ', Rythme, 14, 1953, pp. 5-15.
NOVGORODSKY, L., « Le centre de Tri postal mécanisé et la gare routière pour autobus de Bruxelles-Midi. Arch. Y. Blomme et J. Petit », La Technique des Travaux, 3-4, 1959, pp. 80-96.
ISOLABELLA, A., ‘ Travaux d'aménagement et de relèvement des gares de Bruxelles-Nord et Bruxelles-Midi ', Trains, 1, 1951, pp. 19-28.
BLOMME, A., BLOMME, Y., F. Petit, ‘ La Gare du Midi ', Trains, 1, 1951, pp. 29-30.
' Les grands portiques de Bruxelles-Midi ', Trains, 11-12, 1952, pp. 43-44.
‘ Les motifs décoratifs en mosaïques de la salle du restaurant de la nouvelle gare de Bruxelles-Midi ', Trains, 11-12, 1952, pp. 76-77.
BLOMME, Y., ‘ L'aspect architectural du nouveau buffet de la gare de Bruxelles-Midi ', Trains, 11-12, 1952, pp. 79-80.