Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1928-1929

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21220
lees meer

Beschrijving

Kerk in neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. stijl, n.o.v. architect Edmond Serneels, 1928-1929.

Geschiedenis
De Sint-Albertusparochie, erkend bij K.B. van 27.02.1910, kreeg in 1909 een noodkerk, op nr. 106-108 van de Victor Hugostraat. Het terrein voor de definitieve kerk werd pas in 1923 verworven. De bouwvergunningsaanvraag werd in 1929 ingediend en de eerste steen werd gelegd op 25.06.1930. De noodkerk werd kort voor 1935 gesloopt.

Plattegrond
Kerk met basiliekplattegrond gelegen aan de straatkant. Brede terugwijkende toegangsportiek geflankeerd door twee volumes van één bouwlaag, met links de doopkapel, omgevormd tot weekkapel, en rechts een lokaal met dienstingang. Twee vierkante torens verrijzen aan weerszijden van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. die door een galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. wordt bekroond. Schip en twee zijbeuken met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Veelhoekig koor, met links een ‘magazijn' en rechts een volume van twee bouwlagen met op de benedenverdieping de sacristie.

Gevels
Hoofdgevel in Grès d'Andenne met witstenen elementen. De meeste muuropeningen onder spitsboog.

Sint-Albertuskerk, Victor Hugostraat 147-155, benedenverdieping (foto 2011).

Aan de straatkant worden de drie lage volumes geritmeerd door steunberen, de meeste onder pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. In het midden, open portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met drie zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., onder evenveel topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.; spitse  bakstenen tongewelven bekroond door zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Centrale deur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met maaswerk. Vloer van keramiektegels. KapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met kastanjebladeren en -bolsters. Links, voormalige doopkapel bekroond door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en daarachter een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.; drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in 1955 versierd met glas-in-loodramen (voorstelling: het doopsel van Christus), n.o.v. Joseph Desmedt en uitgevoerd door J. Colpaert. Rechts, secundaire hal onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en deur; dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Deuren bewaard.

Inspringende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. geflankeerd door twee torens van verschillende hoogte, alle drie met registerVensterstrook in een topgevel. van smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., sommige blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en bekroning in kruisvorm. Torens met elk een roosvensterRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. en twee hoge gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. De lagere toren links heeft tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. Rechts, klokkentoren onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; klokkenkamer voorzien van tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. vooraan, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen achteraan, en een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Op de rechterflank, ronde uitsprong voor wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt..

Sint-Albertuskerk, Victor Hugostraat 147-155, glas-in-loodraam in het koor (foto 2011).

Secundaire bakstenen gevels met hardstenen elementen, geritmeerd door steunberen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder spitsboog, die van de zijbeuken gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. BovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van het koor versierd met witstenen maaswerk. Koorvensters sinds 1951 versierd met glas-in-loodramen ontworpen door Ch. Crespin en uitgevoerd door J. Colpaert, met een voorstelling van het Lijdensverhaal en de Verrijzenis van Christus, alsook diverse heiligen. Zinken daken.

Interieur
Bepleisterde muren met witstenen elementen. Vloer van keramiektegels die geometrische motieven vormen.

Over de hele breedte van het gebouw, galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. onder plat plafond met zichtbare balken, opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met drie arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. Daaronder, eikenhouten draaideur met impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en glas-in-loodraam.

Beuken van elkaar gescheiden door spitse  zuilenarcades. Middenschip met spits  stenen tongewelf met schildbogen, geritmeerd door stenen gordelbogen. Zijbeuken onder plat plafond met zichtbare balken, geritmeerd door diafragmabogen. Ingewerkte eikenhouten biechtstoelen met art-decomotieven (1936-1937). Staties van de Lijdensweg geschilderd door Joseph Desmedt (1935-1936). Aan het einde van de zijbeuken, kapel met kruisboog op zuiltjes met altaren (1944) toegewijd aan Sint-Albertus en aan Maria.

Sint-Albertuskerk, Victor Hugostraat 147-155, gewelf van het koor (foto 2011).

Koor op dezelfde wijze overdekt. Op een trappenpartij in zwart marmer, hoofdaltaar in een mengeling van diverse marmers (Ateliers d'Art de Maredsous, 1935). Hardstenen doopvonten met koperen deksel geciseleerdBewerking van natuursteen waardoor een geribd oppervlak ontstaat. door Henri Holemans (1926).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 278-100-110, 278-147-165.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1920, pp. 678-679; 1923, pp. 180; 1924, pp. 816-818.

Publicaties en studies
ORGANA ST ALBERT asbl, Si « Saint Albert » m'était conté…, Schaarbeek, s.d.