Typologie(ën)
Ontwerper(s)
J.P.J. PEETERS – architect – 1847
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
- Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
De eerste steen van het gebouw werd in 1847 gelegd op een terrein dat ter beschikking werd gesteld door de industrieel en filantroop Jean-Nicolas Nevraumont, die daarnaast ook een groot deel van de wijk ontwikkelde. De werken werden in 1848 onderbroken als gevolg van de revoluties die in Europa plaatsvonden. Op 15.06.1849 overleed Nevraumont. Hij legateerde een deel van zijn fortuin om de kerk te voltooien. Ze werd erkend bij K.B. van 15.11.1849 en, hoewel ze toen nog niet voltooid was, werd ze al op 29.01.1850 voor de eredienst opengesteld. De bekroning van de toren werd nooit gebouwd, ondanks de ontwerpen van de architecten D. Peeters, E. Carpentier en G. Hansotte in 1870-1871. In de jaren 1990 werd de kerk gerestaureerd onder leiding van de architecten H. Boghemans en M. Henrard. In de Aarschotstraat, naast de kerk, bevindt zich de voormalige pastorie (zie nr. 54-56).
Buitenzijde
Aan de Brabantstraat, hoofdgevel opgetrokken in platen witachtige kalkzandsteen, versierd met hardstenen elementen. Symmetrische indeling met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de breedste in het midden, en twee bouwlagen; de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) wordt door een toren bekroond. Rondbogige nissen en muuropeningen. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met rechthoekige paneeldeur, tussen twee brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; tweede bouwlaag onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., rustend op twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. gecanneleerde zuilen met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., aan weerszijden van een nis; monogram “IHS” tegen een achtergrond met stralenmotief op het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Op de zijtraveeën, nissen met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op de benedenverdieping, op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en druiper op de verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Zijtraveeën bekroond door een attiekmuurtje. Toren hoogstwaarschijnlijk onafgewerkt, vergeleken met een plan van 1849. Hij is rechthoekig en heeft twee registersVensterstrook in een topgevel., het eerste blindZonder opening; blind venster, schijnopening., het tweede gescandeerd door halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. op de hoofdgevel, los op de andere zijden; de zuilen hebben een gedeeltelijk gecanneleerde schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. en een Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en omkaderen een muuropening versierd met een galmbord en een klok (gerestaureerd in 2004). KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. onder een attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., voorheen versierd met vazen op de hoeken.
Aan de Aarschotstraat, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel gevormd door een centrale puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met doorbroken basis, geflankeerd door de gevels van de zijbeuken, links met een deur, rechts met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei onder een mijterboogvormige spiegel. Rondboogvormige muuropeningen. Gedeeltelijk gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., elk met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een zeshoekige oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Op de benedenverdieping, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd., blindZonder opening; blind venster, schijnopening. vensterrozet met motief van een Grieks kruis, onder een rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft..
Interieur
Plattegrond in Latijns kruis, met een schip van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door zijbeuken en ervan gescheiden door rondboogarcades met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. zuilen onder een zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Koor met halfronde abside die de vorm van de toegangsvestibule met tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust. volgt, onder de orgeltribune. Rond het koor bevinden zich bijgebouwen gebruikt als sacristie, kleedkamer en weekkapel.
Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het schip wordt bekroond door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. centrale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., op pendentieven versierd met reliëfs die engelen en loofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. voorstellen. De koepelsBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. worden gescheiden door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. gordelbogen. Zijbeuken en dwarsschip onder een dwars tongewelf, met rondboogvensters gevuld met drielobbig maaswerk. Maaswerk, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en glas-in-loodramen in 1932 vervangen door een compositie in gewapend beton.
Koor achter enkele treden, met abside onder een halve koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met cassettes en een zenitale halve oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Zijkapellen met rechthoekige plattegrond. Rondboognissen versieren het koor en de zijkapellen.
Orgeltribune met gewelfde balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op dubbele kraagsteen. Orgel van Pierre Schyven (1885).
Monumentaal en indrukwekkend decor met antieke invloed waarin de Korintische orde (entablement, zuilen en pilasters), gecanneleerde en geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. schachtenDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. en florale motieven centraal staan. Uitgesproken polychromie dankzij het imitatiemarmer en de verguldsels van de zuilen en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., het imitatiehout en het gepatineerde schilderwerk van de deuren en sommige meubelstukken, en de natuurlijke materialen: vloertegels in zwart marmer (en in wit Carraramarmer in het koor), sokkels van de zuilen en onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in rood marmer, beeldhouwwerken in Carraramarmer.
Meubilair grotendeels vervaardigd in het kader van de bouw van de kerk, coherent en goed bewaard. De beeldhouwer Guillaume Geefs nam er een groot deel van voor zijn rekening: hoofdaltaar, communiebank, preekstoel, twee beeldhouwwerken (Sint-Jan-de-Doper, Sint-Nicolaas van Bari).
Charité [Liefdadigheid], monument ter nagedachtenis aan J.-N. Nevraumont van C.-A. Fraikin. Schilderijen: Calvarie en Kruisafneming van J. Bovie uit 1862; Laat de kinderen tot mij komen, van A. Van Ysendyck, midden 19e eeuw; Jezus en de overspelige vrouw, van Villevoye, midden 19e eeuw; drie oudere olieverfschilderijen op paneel: Aanbidding der Koningen, Jezus in de Olijfhof, Transfiguratie.
In de sacristieën, eikenhouten meubilair, wastafel in wit marmer en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard. Opmerkelijke hangende wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt., zonder trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Bescherming 22.02.1984
Bronnen
Archieven
GAS/OW Doos 19, plannen 5 tot 10, 12.
Documentatiecentrum van Brussel Stedelijke Ontwikkeling, archief Werken: 978 (1981), 1126/1-5 (1987-1994), 1153 (1987-1995), 1578 (2000).
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.
Publicaties en studies
DENHAENE, G., L'expansion de Bruxelles au XIXe siècle. Naissance du Faubourg de Schaerbeek: histoire et images, vzw PatriS, Brussel, 2002, pp. 35, 36, 41.
DE SAEGHER, E., BARTHOLEYNS, E., Histoire populaire de Schaerbeek, Henri Mommens drukker-uitgever, Schaarbeek, 1887, p. 122.
Inventaris van het roerend kunst- en cultuurpatrimonium van de kerk Sint-Jan en Niklaas te Schaarbeek, Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw, Heverlee, 2014.
Poelaert en zijn tijd (tentoonstellingscatalogus), Gemeentekrediet van België, Brussel, 1980, p. 143.
Sts Jean et Nicolas: un bâtiment rénové dans un quartier qui vit, plaquette van de tentoonstelling van 22 tot 24.06.2005, Brussel, 2005.
WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles, dl. 3, Brussel, 1855, p. 50.
Websites
Inventaris van de orgels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest