Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

L. SERRUREarchitect1909

Eugène LEMANarchitect1910

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36047
lees meer

Beschrijving

Villa in eclectische stijl en bijgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., respectievelijk ontworpen door de architecten L. Serrure in 1909 en Eugène Leman en 1922. De villa werd bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente in 1910 organiseerde.

De woning, met vier gevels en twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en dakterras, is gelegen op een terrein dat de hoek vormt tussen de Emile Bockstaellaan en de toenmalige buurtweg nr. 71. In 1922 was het huis eigendom van beeldhouwer Ernest Salu II, die aan de laan een garage en een omheiningsmuur met een getraliede ingang liet bouwen (n.o.v. architect Eugène Leman). In 1925 liet een nieuwe eigenaar de hoofdgevel verbouwen, inclusief de ingang. In 1939 werd een toegang met hek geplaatst aan het uiteinde van het terrein aan de Sint-Albaansbergstraat. In 1951 werd de villa aan de rechter zijgevel uitgebreid met een groot volume (n.o.v. architect H. F. Draye). Tot slot werd in 1979 een bijgebouw tegen de achtergevel aangebouwd.

Villa met gevels in oranjekleurige baksteen met elementen in Euville-, Savonnières- en hardsteen. Onderbouw met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen..
Links op de hoofdgevel, voorbouw van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die door een kleine hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. worden verbonden. Serliana op de verdieping van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de hoofdingang, achter een trap die oorspronkelijk schuin was. Rechts, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., achter een trapezoïdale voorbouw van één bouwlaag bekroond door een terras. Deze voorbouw, die de salon verlicht, was oorspronkelijk centraal opengewerkt met een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een trap, terwijl het terras door een houten borstwering werd afgeboord. In 1925 werd vóór de voorbouw een terras aangelegd dat toegankelijk was via een nieuwe, rechte trap in de aslijn van de ingang. De trap en de terrassen werden met balustradesHekwerk van spijlen of balusters. afgesloten. Op de verdiepingen, rechtertravee met decoratieve arcaturen. De geveltop, met anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief., moest volgens het oorspronkelijke plan worden voorzien van een pittoreske dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten). (nooit uitgevoerd).
Rechts, volume toegevoegd in 1951, met twee bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gevel in oranjekleurige baksteen versierd met simili. Onderbouw met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van hardsteen, opengewerkt met een garagepoort. Drielichten in de bovenste bouwlagen.
De blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. linker zijgevel is bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..
Op de achtergevel, hoge schoorsteen aan de linkerkant. Rechts, overdekt terras, oorspronkelijk in hout, thans een bijgebouw uit 1979.
Kroonlijst op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Aan de laan, garage en bakstenen omheiningsmuur versierd met hardsteen. Garage van één bouwlaag onder een dakterras met balustrade, opengewerkt met een steekboogvormige ingang tussen neggen. Rechts, omheiningsmuur met een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. die gedeeltelijk in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. is uitgevoerd. Ingang, tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), met smeedijzeren traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Cartouche met het opschrift “ROSE HILL” rechts van de ingang. Volgens het oorspronkelijke plan moest het gedeelte van de muur langs de laan door smeedijzeren traliewerk worden bekroond. De ingang leidt naar een trap die langs de garage loopt en die met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. zou worden afgeboord.

Aan de Sint-Albaansbergstraat, ingang uit 1951.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/OW Laken 6111 (1909), 42312 (1922), 51965 (1925), 51565 (1939), 61319 (1951), 86810 (1979).