Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Augustin GOOVAERTSarchitect1910-1911

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22137
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl met neo-gotische invloed, ontworpen in 1910 door architect Augustin Goovaerts i.o.v. Alphonse Desmet, organist en muziekleraar. Bouwjaar “Anno: 1911” op de eerste verdieping.

Maakt deel uit van een huizenrij uit 1910-1911, van nr. 131-131a tot nr. 143.

Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Witstenen benedenverdieping. Bakstenen verdiepingen met witstenen elementen. Muuropeningen in de eerste twee bouwlagen met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., sommige boogvormig, op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., in de derde bouwlaag onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de benedenverdieping. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen elk gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., op de tweede in een Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën. samen met de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met daarop het bouwjaar, en een houten structuur onder hoog schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. PinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. met makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant. verwijderd van de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. De kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., de deur met getraliede ramen en het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling en geel glas zijn bewaard.

Lambermontlaan 141, plafond van de muziekkamer (foto 2013).

Interieur. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. aan de voorgevel. Op de benedenverdieping, drie in elkaar lopende kamers: bureau, eetkamer en keuken. De laatste twee zijn laag en bevinden zich op de eerste verdieping onder een hoge “muziekzaal” in neogotische stijl, met een houten plafond met zichtbare balken en gestructureerd door twee arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met zuilen. De muziekzaal is bereikbaar langs een salon vooraan, via een beglaasde deur met houten omlijsting die uitgeeft op een trap in art-nouveaustijl met hoefijzerbogenBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer.. Achteraan wordt de muziekzaal verlicht door een brede muuropening met dubbel kruisraam, maaswerk en glas-in-loodramen. Witstenen schoorsteen met zuilen en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met de initialen “DS” van de opdrachtgevers, Desmet-Sillis.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 164-141.

Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, jg. 4, pl. 17.