Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22094
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, gesigneerd op de benedenverdieping “F(rans). Hemelsoet / architecte”, 1908. Dezelfde architect ontwierp ook verscheidene aanpalende huizen (zie nr. 57 en 69 tot 81).

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 55 tot nr. 63.

Hardstenen benedenverdieping; verdiepingen in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. behandeld als torentje waarvan de bekroning wellicht is verwijderd; inrijpoort naar een achtergebouw, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de verdiepingen; tweelicht op de laatste verdieping. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de benedenverdieping. Op de eerste verdieping, rondbogige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Op de tweede, loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met twee gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Laatste bouwlaag terugwijkend achter een terras tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met gebogen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in de laatste twee bouwlagen gewijzigd. FriezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. wellicht oorspronkelijk versierd. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen, behalve de kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 164-61.