Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Traditionalisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21595
lees meer

Beschrijving

Als ensemble ontworpen, vijf verschillende burgerhuizen in traditionalistische stijl, n.o.v. architect Adrien Blomme, 1928.

De huizen maken deel uit van een woonerf gebouwd tussen 1928 en 1931 volgens het verkavelingsplan en de stedenbouwkundige voorschriften van architect Adrien Blomme (zie straatnotitie).

Op nr. 10, drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Rechthoekige muuropeningen, die op de eerste verdieping voorzien van een smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Garagepoort. Op de verdiepingen, lichtjes uitspringende muurdammen. Twee houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Op nr. 12, drie bouwlagen bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken. Benedenverdieping voorzien van een garagepoort en een toegangsportiek met geprofileerde verwijding. Op de eerste verdieping, bakstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., geflankeerd door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de bovenste bouwlagen. Italiaanse rolluiken. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Op nr. 14, drie bouwlagen met rechthoekige muuropeningen op de benedenverdieping en de tweede verdieping, rondbogige glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste verdieping. Garagepoort rechts geflankeerd door de toegangsdeur, die gevat zit in een sobere omlijsting met renaissance-invloed. Verdiepingen geflankeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Op nr. 16, drie bouwlagen bekroond door een imposante barokke topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken die in volutes uitmonden. Rechthoekige muuropeningen, per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. op de tweede verdieping, per drie op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Toegangsdeur onder terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. rechts geflankeerd door een garagepoort. Op de eerste verdieping, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. op een geprofileerde basis. Italiaanse rolluiken. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Op nr. 18, drie bouwlagen. Op de benedenverdieping, steekboogvormige garagepoort rechts geflankeerd door de rondbogige toegangsdeur, die laatste beklemtoond door een stenen omlijsting met renaissance-invloed. Op de verdiepingen, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op de eerste verdieping gevat in een omlijsting in renaissancestijl (leuningen in ijzerwerk), op de tweede verdieping met een lichte uitkraging. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen. Italiaanse rolluiken. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Gemeenschappelijk zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en identiek typeplattegrond voor alle vijf huizen.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 10 tot 18: 294-10A-18; 18: 294-18.