Typologie(ën)
driegevelvilla
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1938-1939
Yvan BLOMME – architect – 1938-1939
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 22242
Beschrijving
Op de hoek met de Heliotropenlaan, grote modernistische villa met invloed van de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., ontworpen door de architecten Adrien en Yvan Blomme i.o.v. professor Alfonse Zieren, ingenieur en doctor in de wetenschappen, 1938-1939. Medewerking van ingenieur A. Sarrasin en bouw door algemene aannemer Constant Mommens.
Halfopen bebouwing. Gebouw met geraamte van gewapend beton; twee bouwlagen onder plat dak. Het gebouw bestaat uit twee volumes: het linkervolume bevat de woning, het rechtervolume, dat lichtjes inspringt, de vertrekken van het dienstpersoneel. Gemeenschappelijke gevel in geelgekleurde baksteen met beklemtoonde horizontale voegen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van het linkervolume bekleed met witsteen, uitspringend in de vorm van een bloembak. Muuropeningen met omlijsting in witsteen of beige geëmailleerde zandsteen. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). waarvan de klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. verdwenen zijn, op het linkervolume onder een attiekmuurtje. Deksteen in keramiek.
Woonvolume van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale behandeld als voorbouw die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt; toegang met geprofileerde omlijsting onder een groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht. Toegang gelegen achter een trappenpartij. De top van de traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is versierd met een bas-reliëf dat een zeilboot voorstelt. Op de linkertravee, die de hoek inneemt, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping voorzien van een metalen bloembak; smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. uiterst rechts. Op de rechtertravee, drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in elke bouwlaag, op de verdieping achter een doorlopend balkon. Op de zijgevel, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. verdieping. Op de achtergevel, twee voorbouwen rond een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en bekroond door een doorlopend terras op de verdieping, met smeedijzeren traliewerk.
Het volume voor het dienstpersoneel omvat drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste op de benedenverdieping achter een voorbouw bekroond door een terras dat het linkervolume op de benedenverdieping voortzet, de tweede als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., verspringend; de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is breder, met een garagepoort in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in elke bouwlaag. Op de achtergevel bevindt zich een terras.
Met uitzondering van de garagepoort en van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur is het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard: beglaasde toegangsdeur in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, dienstdeur met getralied raam, houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met vogelmotieven. Tuintje met bakstenen muurtjes onder smeedijzeren traliewerk met, in medaillonsRonde of ovale cartouche., de tekens van de dierenriem en andere symbolen (anker, zeepaardje, vogels, enz.); gebogen muurtje op de hoek.
In het woonvolume zijn de woonruimten op de benedenverdieping onderling met elkaar verbonden, sommige door schuifdeuren: werkkabinet en salon in de linkertravee, woonkamer en eetkamer achteraan. Parketvloer met visgraatmotief. Woonkamer met breed uitgewerkte schoorsteen in oranje- en groenkleurige marmer. In de as hiervan, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. bekleedt met roos en groen marmer met ijzeren trapleuning waarin motieven van bloemen en zeepaardjes. Rechts, keuken en bijkeuken, verbonden met het volume voor het dienstpersoneel. Op de verdieping, boudoir en kamer van de eigenaars in de linkertravee. Naairuimte en tweede kamer in de rechtertravee. Badkamers centraal achteraan, die van links - met bewaarde aankleding in turkoise- en goudkleurige tegels – is verbonden met een “gymnastiekruimte”.
Engelse tuin ontworpen door tuin- en landschapsarchitect M. Middeleere. Uitgestrekt gazon en diverse boomsoorten. Vijver met waterlelies. Achteraan, fontein dat oorspronkelijk via een watervalletje, haaks ten opzicht van het gebouw, in een bassin uitmondde met waternimfen. Nabij de fontein was een zuil voorzien met een beeld van een boogschutter (Milo van Croton), vervangen door een nieuwe beeld en gesigneerd “(Edmé) DUMONT” en “G. PATERNOTTE / FONDEUR / LEMBECQ”.
Halfopen bebouwing. Gebouw met geraamte van gewapend beton; twee bouwlagen onder plat dak. Het gebouw bestaat uit twee volumes: het linkervolume bevat de woning, het rechtervolume, dat lichtjes inspringt, de vertrekken van het dienstpersoneel. Gemeenschappelijke gevel in geelgekleurde baksteen met beklemtoonde horizontale voegen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van het linkervolume bekleed met witsteen, uitspringend in de vorm van een bloembak. Muuropeningen met omlijsting in witsteen of beige geëmailleerde zandsteen. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). waarvan de klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. verdwenen zijn, op het linkervolume onder een attiekmuurtje. Deksteen in keramiek.
Woonvolume van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale behandeld als voorbouw die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt; toegang met geprofileerde omlijsting onder een groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht. Toegang gelegen achter een trappenpartij. De top van de traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is versierd met een bas-reliëf dat een zeilboot voorstelt. Op de linkertravee, die de hoek inneemt, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping voorzien van een metalen bloembak; smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. uiterst rechts. Op de rechtertravee, drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in elke bouwlaag, op de verdieping achter een doorlopend balkon. Op de zijgevel, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. verdieping. Op de achtergevel, twee voorbouwen rond een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en bekroond door een doorlopend terras op de verdieping, met smeedijzeren traliewerk.
Het volume voor het dienstpersoneel omvat drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste op de benedenverdieping achter een voorbouw bekroond door een terras dat het linkervolume op de benedenverdieping voortzet, de tweede als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., verspringend; de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is breder, met een garagepoort in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in elke bouwlaag. Op de achtergevel bevindt zich een terras.
Met uitzondering van de garagepoort en van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur is het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard: beglaasde toegangsdeur in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, dienstdeur met getralied raam, houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met vogelmotieven. Tuintje met bakstenen muurtjes onder smeedijzeren traliewerk met, in medaillonsRonde of ovale cartouche., de tekens van de dierenriem en andere symbolen (anker, zeepaardje, vogels, enz.); gebogen muurtje op de hoek.
In het woonvolume zijn de woonruimten op de benedenverdieping onderling met elkaar verbonden, sommige door schuifdeuren: werkkabinet en salon in de linkertravee, woonkamer en eetkamer achteraan. Parketvloer met visgraatmotief. Woonkamer met breed uitgewerkte schoorsteen in oranje- en groenkleurige marmer. In de as hiervan, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. bekleedt met roos en groen marmer met ijzeren trapleuning waarin motieven van bloemen en zeepaardjes. Rechts, keuken en bijkeuken, verbonden met het volume voor het dienstpersoneel. Op de verdieping, boudoir en kamer van de eigenaars in de linkertravee. Naairuimte en tweede kamer in de rechtertravee. Badkamers centraal achteraan, die van links - met bewaarde aankleding in turkoise- en goudkleurige tegels – is verbonden met een “gymnastiekruimte”.
Engelse tuin ontworpen door tuin- en landschapsarchitect M. Middeleere. Uitgestrekt gazon en diverse boomsoorten. Vijver met waterlelies. Achteraan, fontein dat oorspronkelijk via een watervalletje, haaks ten opzicht van het gebouw, in een bassin uitmondde met waternimfen. Nabij de fontein was een zuil voorzien met een beeld van een boogschutter (Milo van Croton), vervangen door een nieuwe beeld en gesigneerd “(Edmé) DUMONT” en “G. PATERNOTTE / FONDEUR / LEMBECQ”.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 195-44.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme. 1878-1940, Éditions CIVA, 2004, pp. 198-201.