Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16781
lees meer

Beschrijving

Eclectische woning met Beaux-Artselementen en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd op benedenverdieping ‘De Lestré / archte', 1912.
Bijna identieke gevel als privéwoning van de architect in F. Stroobantstraat nr. 23.

Maakt deel uit van homogene huizenrij waarin Beaux-Arts domineert van nr. 88 tot 110.

Simili-gevel met witstenen elementen op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en benedenverdieping met geboste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; getralied souterrainvenster; op witstenen benedenverdieping breed gebogen vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op paneel met strikken en tussen gebeeldhouwde vazen; verdiepingen tussen kolossale Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; op eerste verdieping bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. en op tweede verdieping brede glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. naar terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; breed rechthoekige dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met panelen met hangende guirlandes en centraal œil-de-bœuf omringd door guirlandes en loofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren.. In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. opengewerkte smeedijzeren vleugeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tweede verdieping guirlande aan neutenpaneelU-vormig sierpaneel.. Getande kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Klein zinken œil-de-bœuf boven toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Bewaard smeed- en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingen.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 213-110.

Tijdschriften
« Maison située avenue Louis Lepoutre à Bruxelles, Arch. Mr De Lestré », Vers l'Art, 3, 1913, pl. 229-231.