Louis Lepoutrelaan 70

Eclectisch appartementsgebouw met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie., gesigneerd en gedateerd op sokkel ‘H. Van Montfort./ architecte  1910.'

Maakt deel uit van homogeen eclectisch geheel van nr. 52 tot 70.

Symmetrische gevel met vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bichrome bakstenen gevel met witstenen elementen op dito sokkel. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Benedenverdieping in oranjekleurige baksteen met witstenen banden; groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en smal rondboogvenster met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. aan weerszijden van centrale smeedijzeren deur met zware omlijsting, entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en halfrond impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Eerste twee verdiepingen in lichtgekleurde baksteen, op eerste verdieping met smeedijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op tweede verdieping; in laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; in centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen dezelfde hoekkettingen en van elkaar gescheiden door speels en kleurrijke bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoogste verdieping in lichtgekleurde baksteen met oranjekleurige banden; laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Kleurrijk metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Sterk overkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Dalende houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Bewaard schrijn- en smeedwerk.