Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léon DAVIDarchitect1909

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16767
lees meer

Beschrijving

Eclectische woning met Beaux-Artsinvloeden en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd op benedenverdieping ‘Leon David / arch.', 1909.

Maakt deel uit van homogeen eclectisch geheel van nr. 52 tot 70.

Lichtgekleurde bakstenen gevel met witstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met op benedenverdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde hoeken en naar muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. opklimmend; op eerste verdieping gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. tussen gebeeldhouwde guirlandes en kwartronde zijvensters onder gemeenschappelijke archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; breed rechthoekig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. tussen bakstenen imposten met guirlande. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met opengewerkte smeedijzeren deur onder witstenen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; op verdiepingen eenvoudige getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met verluchtingsgat in borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bewaard smeedwerk. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling grotendeels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 213-64.

Tijdschriften
« Maison située avenue Lepoutre, Architecte Mr Léon David », Vers l'Art, 4, 1911, pl. 91 en 124-125.
« Maisons situées avenue Louis Lepoutre, Architecte Mr L. David », Vers l'Art, 8, 1912, Pl. 192.