Typologie(ën)

burgerwoning
historische lift

Ontwerper(s)

Joseph CALUWAERSarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19591
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Antoine Labarrestraat, opmerkelijk geheel in eclectische stijl met neoclassicistische inslag i.o.v. aannemer Jean Vandeuren en n.o.v. architect Joseph Caluwaers, 1911. Oorspronkelijk bestaande uit drie burgerwoningen; nr. 6 en 8 in 1934 samengevoegd.

Vormen samen met aanpalende huizen een opmerkelijk harmonieus geheel met een grote architecturale samenhang.

Hoewel verschillend vormen gevels eenheid door gebruik van witsteen. Sokkels in hardsteen. Meeste muuropeningen rechthoekig, sommige onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft..

Guillaume Macaulaan 4, 6 en 8, grondplan van de benedenverdieping, GAE/DS 159-6-8 (1911).

Nr. 4. Hoekhuis (sinds 1934 verbouwd tot appartementsgebouw). Vier bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en twee gevels verbonden door een hoektoren bekroond met lantaarn. Benedenverdieping met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren..
In laan hoofdgevel met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Voor laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) half-cirkelvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Centrale smeedijzeren toegangsdeur onder glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en balkon met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. In hoogste bouwlaag drie kleine balkons (alleen dat in het midden met bewaarde balustrade). Monumentaal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Op hoektoren ter hoogte van vierde bouwlaag balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; aan weerszijden daarvan borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met stenen balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; daarboven tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
In Antoine Labarrestraat twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen: eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met dienstingang naar trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met getrapte drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder met terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters..

Interieur
Trappenhuis aan kant van achtergevel in A. Labarrestraat. Vanaf hoofdingang in G. Macaulaan bereikbaar via gang en via dienstingang in A. Labarrestraat. Elke verdieping met twee woonkamers aan kant van hoofdgevel.

Guillaume Macaulaan 6 en 8 (foto 2011).

Nr. 6. Vijf bouwlagen, attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  toegevoegd in 1934. Voor drie eerste bouwlagen voorbouw onder drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Voorbouw met bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. en onder drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en terras met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Op benedenverdieping centrale toegangsdeur verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in 1934, toen huis werd verbonden met aanpalende nr. 8 (verbouwing interieur door architect René Notéris: oorspronkelijke trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. grenzend aan linker gemeenschappelijke muur afgeschaft en vervangen door nieuw trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met liftkoker tegen rechter gemene muur van nr. 8).

Nr. 8. Vijf bouwlagen waarvan twee eerste voorbouw vormen en hoogste in attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., toegevoegd in 1934. Op benedenverdieping trapeziumvormige, terugwijkend portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met smeedijzeren deur en bekroond met terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.;. Op dak van voorbouw terras met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters., links geflankeerd door kleine erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., eveneens bekroond met terras.

In Antoine Labarrestraat, gemeenschappelijke achtergevel van nr. 6 en 8. Vier bouwlagen en vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in baksteen en witsteen. Vijfde bouwlaag in baksteen en witsteen (waarschijnlijk later toegevoegd) beslaat niet volledige oppervlakte van gebouw; rechts geflankeerd door dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op tweede en derde verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.; in hoogste bouwlaag rondboogvensters met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Garage op benedenverdieping (oorspronkelijk drie garages). Decoratieve keramische panelen met geometrische motieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

In Guillaume Macaulaan non-aedificandi zone ingericht als voortuin die bijdraagt aan het groene karakter van de wijk van de vijvers; tuinhek bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 159-6-8; 159-4.