Typologie(ën)

herenhuis
woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Paul HANKARarchitect1898

René JANSSENSschilder1898

Maurice VAN YSENDIJCKarchitect1904

Adrien BLOMMEarchitect1908

Jules BRUNFAUTarchitect1919

Statut juridique

Beschermd sinds 12 november 1998

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16520
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk herenhuis in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., naar met 1898 gedateerde plannen van arch. Paul Hankar, 1898; ontworpen voor zijn vriend, de Brusselse schilder René Janssens (1870-1936), medestichter van ‘Le Sillon', aquarellist, lithograaf en kunstcriticus.

Huidig gebouw resulteert uit verschillende verbouwingen. In 1904 werd het huis verhoogd met twee bouwlagen onder glazen dak waaronder het atelier van de schilder lag en werd de thans nog bestaande erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. toegevoegd (arch. Maurice Van Ysendijck). In 1908 verhoogde arch. Adrien Blomme de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met een halve bouwlaag en vergrootte in 1910 de bijgebouwen aan de achterkant. In 1919 verhoogde Jules Brunfaut deze tot aan de hoogste verdieping.

Defacqzstraat 50, opstand van 1898 GAE/DS 89-50 (1898).

Gevel.
Roze baksteen met elementen in witsteen van Euville en in hardsteen. Cirkelvormige souterrainvensters met fraai smeedijzeren traliewerk. Op benedenverdieping vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige muuropeningen. In tweede bouwlaag rondboogvenster met hoekkettingAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en rechts houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op vier elegante smeedijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; japanniserende roedeverdeling. In derde bouwlaag (1904) twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., rechtse met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. rustend op erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. van hoogste bouwlaag (1908) langwerpig vierlicht. Hoogste bouwlaag metselwerk verlevendigd met zogenaamde ‘hondjes' in constrasterend witte baksteen; motief dat ook voorkwam op atelier van Ciamberlani eveneens naar ontwerp van Hankar (Terkamerenlaan nr. 28, 1897-98, gesloopt in 1988, (LOYER, F., 1986, p. 209).

Grondplan
Geïnspireerd op dat van het huis Albert Ciamberlani (zie nr. 48). Benedenverdieping in twee delen gescheiden door de gang. Links drie grote vertrekken in enfilade; oorspronkelijk een werkkamer, een eetkamer en een veranda. Rechts een klein salon uitgevend op een groot rechthoekig trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., verlicht door groot bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. De trap in mahoniehout en rode den en de muurschilderingen met bloemmotieven in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. zijn bewaard. De aankleding van de rest van het interieur werd vervangen door een conventionele aankleding in neoclassicistische stijl (LOYER, F., 1986, p. 209). Alleen het kleine salon rechts bezit nog de oorspronkelijke schouw in geglazuurde baksteen en de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met panelen in gedreven leer.

Beschermd op 12.11.1998.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 89-50.

Publicaties en studies
ADRIAENSSENS, W., et al., Paul Hankar, architecte d'intérieur, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 2005, pp. 4-6.
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, Franse vertaling J.-M. Van der Meerschen, Mark Vokaer éd., Brussel, 1992 (Collection Europe 1900), pp. 35-42, 57, 239.
LOYER, F., Paul Hankar, Naissance de l'Art Nouveau, AAM, Brussel, 1986, pp. 205-209.
Monument et sites protégés, éd. Mardaga, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1999, pp. 132-134.

Tijdschriften
PUTTEMANS, P., ‘La restauration de l'hôtel Janssens', A+, 112, 1991, p. 78.
CONRARDY, C., THIBAUT, R., ‘1859 – Paul Hankar – 1901', La Cité, 2, 1923, pp. 21-27.
PUTTEMANS, P., ‘Paul Hankar', Le Document, 114, 1992, p. 20.
‘Maison rue Defacqx (fragment). Arch. P. Hankar', Tekhné, 1e jaargang, 1903, pl. 3.