Typologie(ën)
herenhuis
museum
museum
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1914
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21451
Beschrijving
Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., met aanhorigheden, gebouwd i.o.v. handelaar Edmond Canonne, 1914. De niet-ondertekende plannen zijn in Parijs gemaakt.
Sinds 1984 bevindt er zich het Kindermuseum.
Geschiedenis
Het herenhuis werd gebouwd i.o.v. Edmond Canonne (1852-1923), Brussels kleermaker en hoedenmaker die in 1885 in dezelfde straat het huis van tuinbouwer en tuinarchitect Antoine Willems had gekocht (zie nr.45).
Na de dood van E. Canonne in december 1923 werd het eigendom openbaar verkocht en verworven door ingenieur Lambert Jadot (1875-1967), beheerder van koloniale maatschappijen. In 1931 liet hij het bijgebouw aan de straatkant bouwen.
In 1967 werd het eigendom gekocht door de Gemeente Elsene en werd het de zetel van de vzw Maison des Jeunes d'Elsene. Sinds 1984 bevindt er zich het Kindermuseum.
Beschrijving
Vrijstaand herenhuis van drie bouwlagen in baksteen met witstenen elementen. Rondbogige of rechthoekige muuropeningen. Enkele traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren..
Aan de zijde van het park, hoofdgevel achter voorbouw bekleed met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen., bekroond door terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; de breuksteenbekleding loopt door op de sokkel van het huis. Boven het terras, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met smeedijzeren hoofdingang. Deze centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vormt een grote nis onder een rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt.
Linkerzijgevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verschillende breedte.
Rechterzijgevel (straatkant) van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en bekroond door gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Achtergevel (naar nr. 13) bijna blindZonder opening; blind venster, schijnopening., met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. op verdieping.
Mansardedak verlicht door inspringende of houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Aan de straatkant, toevoeging van bijgebouw (1931) van twee bouwlagen, met twee gevels van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden door derde gevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Dakterras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Park met diverse aanhorigheden: stallingen, remise, zadelkamer, serresBroeikast., volières, enz. Het park wordt omheind door een bakstenen muurtje met ijzeren hekken.
Oorspronkelijk plan. De toegangsvestibule geeft uit op een hal waarin zich het hoofdtrappenhuis bevindt. Langs deze twee ruimten bevinden zich diverse vertrekken: bureau, salons, eetkamer, een kantoor dat zelf uitgeeft op een diensttrap aan de achtergevel. Op de verdieping en onder de mansarde bevinden zich de slaapkamers en de kleedkamers en badkamers.
In 1985 werd de binnenzijde verbouwd om het huis tot museum om te vormen: lift, oorspronkelijke houten diensttrap vervangen door metalen trap, verwijdering van tussenwanden, nieuwe sanitaire voorzieningen.
Sinds 1984 bevindt er zich het Kindermuseum.
Geschiedenis
Het herenhuis werd gebouwd i.o.v. Edmond Canonne (1852-1923), Brussels kleermaker en hoedenmaker die in 1885 in dezelfde straat het huis van tuinbouwer en tuinarchitect Antoine Willems had gekocht (zie nr.45).
Na de dood van E. Canonne in december 1923 werd het eigendom openbaar verkocht en verworven door ingenieur Lambert Jadot (1875-1967), beheerder van koloniale maatschappijen. In 1931 liet hij het bijgebouw aan de straatkant bouwen.
In 1967 werd het eigendom gekocht door de Gemeente Elsene en werd het de zetel van de vzw Maison des Jeunes d'Elsene. Sinds 1984 bevindt er zich het Kindermuseum.
Beschrijving
Vrijstaand herenhuis van drie bouwlagen in baksteen met witstenen elementen. Rondbogige of rechthoekige muuropeningen. Enkele traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren..
Aan de zijde van het park, hoofdgevel achter voorbouw bekleed met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen., bekroond door terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; de breuksteenbekleding loopt door op de sokkel van het huis. Boven het terras, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met smeedijzeren hoofdingang. Deze centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vormt een grote nis onder een rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt.
Linkerzijgevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verschillende breedte.
Rechterzijgevel (straatkant) van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en bekroond door gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Achtergevel (naar nr. 13) bijna blindZonder opening; blind venster, schijnopening., met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. op verdieping.
Mansardedak verlicht door inspringende of houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Aan de straatkant, toevoeging van bijgebouw (1931) van twee bouwlagen, met twee gevels van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden door derde gevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Dakterras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Park met diverse aanhorigheden: stallingen, remise, zadelkamer, serresBroeikast., volières, enz. Het park wordt omheind door een bakstenen muurtje met ijzeren hekken.
Oorspronkelijk plan. De toegangsvestibule geeft uit op een hal waarin zich het hoofdtrappenhuis bevindt. Langs deze twee ruimten bevinden zich diverse vertrekken: bureau, salons, eetkamer, een kantoor dat zelf uitgeeft op een diensttrap aan de achtergevel. Op de verdieping en onder de mansarde bevinden zich de slaapkamers en de kleedkamers en badkamers.
In 1985 werd de binnenzijde verbouwd om het huis tot museum om te vormen: lift, oorspronkelijke houten diensttrap vervangen door metalen trap, verwijdering van tussenwanden, nieuwe sanitaire voorzieningen.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 45-15, 45-15-15A.
Publicaties en studies
HAINAUT, M., BOVY, PH., Le quartier du Cygne (1), Gemeente Elsene, Brussel, 2000 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 6), pp.16-18.
Tijdschriften
“Le château et le parc Jadot”, Mémoires d'Ixelles, 16, 1984, s.p.
Websites
http://www.museedesenfants.be/
GAE/DS 45-15, 45-15-15A.
Publicaties en studies
HAINAUT, M., BOVY, PH., Le quartier du Cygne (1), Gemeente Elsene, Brussel, 2000 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 6), pp.16-18.
Tijdschriften
“Le château et le parc Jadot”, Mémoires d'Ixelles, 16, 1984, s.p.
Websites
http://www.museedesenfants.be/
Opmerkelijke bomen in de nabijheid