Typologie(ën)

woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Paul HANKARarchitect1896

Statut juridique

Beschermd sinds 09 oktober 1997

Stijlen

Art nouveau
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5128
lees meer

Beschrijving

Woning met kunstenaarsatelier van kunstschilder Jean Gouweloos (1865-1943) in geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. n.o.v. arch. Paul Hankar, 1896; verhoogd in dezelfde stijl door zijn medewerkers (1902).

Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Symmetrische bakstenen gevel, momenteel beschilderd, met hardstenen elementen. In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) smalle deur, waarboven houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in kunstig smeedwerk en onder paviljoendak; daarboven terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met gebogen hardstenen aandaken. In zijtraveeën op benedenverdiepîng rechts souterrainvenster met middenstijl en versneden latei, waarboven vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.; souterrainvenster links vervangen door garagepoort (1950) en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. erboven in hoogte met een derde verkleind.
In tweede bouwlaag grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder polychrome rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met stenen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste en tweede bouwlaag met lekdrempels met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd. en met elkaar verbonden door een inspringende muurvlak.
In derde bouwlaag smallere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gestileerde hardstenen latei, in inspringend muurvlak belijnd met gestileerd kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met geometrisch metselaartekens op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op houten consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; centraal doorbroken door puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. en lateraal afgebakend door geprofileerde hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering..
Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van tweede bouwlaag met geel glas tussen roeden.
Bewaard smeedwerk met geometrische art-nouveaumotieven.

Interieur: Op benedenverdieping in klein salon eiken lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en ingebouwde kasten met friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarop groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt. in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz..

Bescherming 09.10.1997.

Bronnen

Archieven
GASG/Urb. 649 (1896), 284 (1902), 274 (1906), 161 (1950).

Publicaties en studies

BENEZIT, E., Dictionnaire critique et documentaire des peintres, sculpteurs, dessinateurs et graveurs de tous les temps et de tous les pays par un groupe d'écrivains spécialistes français et étrangers, Librairie Gründ, Paris, 1999, p. 335.
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, fr. vert. J.-M. Van der Meerschen, Mark Vokaer éd., Brussel, 1992 (Collection Europe 1900), p. 55.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, éd. de l'octogone, Brussel – Louvain-la-Neuve, 2000, p. 148.
DECHAUX, C., de PATOUL, B., KERREMANS, R., et al., Le dictionnaire des peintres belge, du XIVe siècle à nos jours, La Renaissance du Livre, Brussel, 1994, p. 99.
DEMETER, S., GOOSSENS, O., JACQMIN, Y., et al., Architectuur in Sint-Gillis, Dienst Monumenten en landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1999, p. 28.

LOYER, F., Paul Hankar, Naissance de l'Art Nouveau, AAM, Brussel, pp. 191-192
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 99.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraal proefschrift, sectie Kunstwetenschappen en Archeologie) VUB, Brussel, 1995-1996.