Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Léopold DELBOVE – architect – 1881-1883
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2009-2011
id
Urban : 19383
Beschrijving
Groupe scolaire des Étangs, voormalige écoles communales 5 en 6 [Gemeentescholen 5 en 6]. Schoolcomplex in eclectische stijl n.o.v. architect L. Delbove, 1881-1883.
Geschiedenis
In 1874 verwierf de gemeente Elsene de eigendommen in de Gulden-Sporenlaan met de bedoeling er een school te vestigen. Het leerlingenaantal was in de tien vorige jaren in Elsene immers verdubbeld. L. Delbove tekende de plannen voor de school in 1881: hij voorzag een school bestaande uit een afdeling voor meisjes (gevel in de A. de Wittestraat), en een afdeling voor jongens (gevel in de Gulden-Sporenlaan), in totaal voor 900 leerlingen. De school werd in 1883 ingehuldigd. Ze had meteen veel succes en al snel werd aan uitbreiding gedacht. In 1902 werden de twee afdelingen uitgebreid met een kleutertuin op de hoek van de Gulden-Sporenlaan en de Guillaume Macaulaan.
Beschrijving
Twee bouwlagen – drie in middenrisaliet in de Gulden-Sporenlaan – en langsgevels met twintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. Gevels aan Macaulaan resulterend uit verbouwing van 1902: licht vooruitspringende en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en kopgevel bestaande uit negen, deels blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en bekroond met dubbel frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin inscriptie École communale. Lage voorbouw later toegevoegd.
Getoogde muuropeningen, die op verdiepingen van middenrisaliet met stenen moneelStenen vensterstijl. en die van traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van 1902 bekroond met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met ankers. Gebouw volleig omringd met tuin/speelplaats en omheiningsmuur.
Grondplan
Oorspronkelijk rechthoekig gebouw bestaat uit twee verdiepingen met klaslokalen gelegen rond een binnenplaats overdekt met metalen spant met houten plafond en verhoogde nok. Dit concept is ontleend aan de functionele en hygiënistische architectuurprincipes van de ‘École modèle de la Ligue de l'Enseignement' van 1873 (Maurice Lemonnierlaan nr. 110, Brussel, architect Ernest Hendrickx). De klassen worden ook verlicht door de grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevend op de binnenplaats.
Geschiedenis
In 1874 verwierf de gemeente Elsene de eigendommen in de Gulden-Sporenlaan met de bedoeling er een school te vestigen. Het leerlingenaantal was in de tien vorige jaren in Elsene immers verdubbeld. L. Delbove tekende de plannen voor de school in 1881: hij voorzag een school bestaande uit een afdeling voor meisjes (gevel in de A. de Wittestraat), en een afdeling voor jongens (gevel in de Gulden-Sporenlaan), in totaal voor 900 leerlingen. De school werd in 1883 ingehuldigd. Ze had meteen veel succes en al snel werd aan uitbreiding gedacht. In 1902 werden de twee afdelingen uitgebreid met een kleutertuin op de hoek van de Gulden-Sporenlaan en de Guillaume Macaulaan.
Beschrijving
Twee bouwlagen – drie in middenrisaliet in de Gulden-Sporenlaan – en langsgevels met twintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. Gevels aan Macaulaan resulterend uit verbouwing van 1902: licht vooruitspringende en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en kopgevel bestaande uit negen, deels blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en bekroond met dubbel frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin inscriptie École communale. Lage voorbouw later toegevoegd.
Getoogde muuropeningen, die op verdiepingen van middenrisaliet met stenen moneelStenen vensterstijl. en die van traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van 1902 bekroond met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met ankers. Gebouw volleig omringd met tuin/speelplaats en omheiningsmuur.
Grondplan
Oorspronkelijk rechthoekig gebouw bestaat uit twee verdiepingen met klaslokalen gelegen rond een binnenplaats overdekt met metalen spant met houten plafond en verhoogde nok. Dit concept is ontleend aan de functionele en hygiënistische architectuurprincipes van de ‘École modèle de la Ligue de l'Enseignement' van 1873 (Maurice Lemonnierlaan nr. 110, Brussel, architect Ernest Hendrickx). De klassen worden ook verlicht door de grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevend op de binnenplaats.
Bronnen
Archieven
GAE/OW 24 map 162 Écoles primaires 5 et 6 et agrandissement.
Publicaties en studies
Le quartier des étangs d'Ixelles, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 10), p.22.
DEMEY, Th., Histoire des écoles bruxelloises, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2005 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 39), pp.12-14, 20-21.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Les étangs et l'Abbaye de la Cambre, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 4), pp.4-5.
ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp.378-379.
Tijdschriften
DELBOVE, L., ‘École primaire communale à Ixelles. École mixte avec jardin d'enfants, av. des Éperons d'Or (1882)', L'Émulation, 1890, pl. 18-19.
GAE/OW 24 map 162 Écoles primaires 5 et 6 et agrandissement.
Publicaties en studies
Le quartier des étangs d'Ixelles, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 10), p.22.
DEMEY, Th., Histoire des écoles bruxelloises, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2005 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 39), pp.12-14, 20-21.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Les étangs et l'Abbaye de la Cambre, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 4), pp.4-5.
ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp.378-379.
Tijdschriften
DELBOVE, L., ‘École primaire communale à Ixelles. École mixte avec jardin d'enfants, av. des Éperons d'Or (1882)', L'Émulation, 1890, pl. 18-19.