Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Emmanuel CELSarchitect1862

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme
Second-Empirestijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

id

Urban : 37354
lees meer

Beschrijving

Hoekgebouw (Lievevrouwbroersstraat) in Second-Empirestijl, naar ontwerp van architect E. Cels van 1862.

Drie bouwlagen + entresol en respectievelijk negen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (kunstleien). Lijstgevel met rijk stucdecor, verkleinende ordonnantie, register- en gebundelde travee- indeling; totaal verbouwde benedenbouw. Portiektravee over de bovenverdieping, met geprofileerde booglijst met voluutsleutel, dubbele Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en doorlopend  hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; spiegelversiering, met palmetVersiering in de vorm van een palmblad. en rozet op de eerste verdieping, rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. op de tweede. Verdiepte middentravee, met balkon met voluutconsoles en ijzeren hek en driehoekig fronton op de bovenste verdieping, doorlopend  in een gebogen sterk geprofileerd dakvenster met voluutsleutel, postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en palmetvormige topstukken. Getoogde vensters in geriemde omlijsting. Oorspronkelijk balkon van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de bel-etage. Gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen en leeuwenkoppen, tand- en kroonlijst. Oorspronkelijk rijk geornamenteerde winkelpuien met entresol en centrale inkom tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Zijgevel met eenvoudiger opstand gemarkeerd door zwakke hoekrisalieten.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 16805 (1862).