Typologie(ën)

Beurs

Ontwerper(s)

Léon-Pierre SUYSarchitect1865-1867

Jules BRUNFAUTarchitect1893

Statut juridique

Beschermd sinds 19 november 1986

Stijlen

Neorenaissance
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31241
lees meer

Beschrijving

Beurs voor Publieke Fondsen. Monumentaal commercieel nutsgebouw door architect Léon Pierre Suys, in zijn in 1865 ingediend project voor de Zenne-overwelving en herstructurering van de benedenstad, ingeplant halverwege de nieuwe centrale lanen, ter plaatse van de vroegere Botermarkt, hier in 1800 overgebracht op het terrein van de ca. 1796 gesloopte kerk van het voormalige recollettenklooster (13e eeuw).

Decreet tot oprichting van een handelsbeurs te Brussel in 1801; achtereenvolgende vestiging in het voormalige augustijnenklooster (Wolvengracht), in het Munthotel (Munt), aan de Bisschopsstraat. Omwille van de centrale hoofdstedelijke ligging, de snelle toename van handels- en industriële transacties en de ontoereikendheid van bestaande lokalen, werden vanaf 1858 herhaaldelijk verzoekschriften ingediend voor de bouw van een waardig beursgebouw. Geplande nieuwbouw vanaf 1861 ter studie in de Gemeenteraad : voorafgaandelijke projecten onder meer door architecten T. Lamal aan het Zaterdagplein (1861, 1862), Léon Pierre Suys aan de Recollettenmarkt (1861) en Alexis Partoes ter hoogte van de Wolvengracht (1862).

Ontwerp van Léon Pierre Suys (1865) gematerialiseerd tijdens het Anspachbestuur : Beursgebouw aangevat in 1868, ingehuldigd in 1873.
Imposant eclectisch gebouw, voornamelijk geïnspireerd op de Franse, neorenaissance- en Second-Empirestijl : oostelijke-blikvanger aan de Anspachlaan, nog geaccentueerd door de quasi geïsoleerde inplanting met achteruitwijkend tempelfront uitziend op het Beursplein en flankerende brede rechtlijnige straten ten noorden en zuiden, de Beursstraat en de Henri Mausstraat.


Beurs voor Publieke Fondsen, voorgevel (foto 1980).


Rechthoekig plattegrond, natuurstenen straatgevels en ingeschreven centrale bouw, onder complexe bedaking met drie parallelle zadel- en mansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (nok loodrecht op de straat) onderbroken voor verhoogd koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. met lantaarn en bol gebogen dwarsdaken.
Boven de belijnde, sokkelvormende onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rechthoekige openingen (dienstlokalen), dynamische gevelarchitectuur met over twee bouwlagen ritmisch opgestelde kolossale Corinthische zuilen en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder breed omlopend hoofdgestel met gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met festoenendecor, tandlijst en zware kroonlijst op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., bijkomende attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met trigliefen en met door medaillons verfraaide metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries., boven de centrale gevelpartijen opgevat als pseudoboogfrontons. Verder Palladiaans getinte opstanden en onderdelen als tempelfronten, risalietpartijen, aediculavensters en drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., naast een bijzonder expressief en gevarieerd sculpturaal decor cf. onder meer talrijke neorenaissance-, neobarok-, neo-Lodewijk XIV- en neo-
Lodewijk XVI-motieven in het lijstwerk ; allegorische beelden met betrekking tot economische activiteiten.

Monumentale bordestrap, tussen belijnde zijmuren met door Jacques Jacquet gebeeldhouwde leeuw met genie, leidend naar de ingangsportiek met Corinthische zuilen onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met getande en gekloste lijst en in het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. een allegorische voorstelling van België tussen Scheepvaart en Industrie door laatst genoemde beeldhouwer; bekronende leeuwen gebeeldhouwd door E.
Elias. Portiekruimte onder versierd tongewelf met casementen. Achteruitwijkende gevelpartij met centrale rechthoekige omlijste ingangspoort onder gestrekte druiplijst en rondbogige supraport waarin decoratief omlijst uurwerk tussen gevleugelde genieën, personificaties van Goed en Kwaad, uitgevoerd door J. de Haen. Dito zijdeuren onder medaillonsRonde of ovale cartouche. met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. of met Belgisch embleem. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. : op de verhoogde begane grond, aediculavensters met op boogruggenBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. beeldengroepen PostVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. en Telegrafie (noord) en Overvloed en Arbeid (zuid) door G. de Groot; aansluitende rechthoekige bovenvensters met cantonnerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. onder bewerkt entablement. Centrale attiekboog met wapen van Brussel en symbolische uitbeelding van België tussen Handel en Industrie ter land en ter zee aan weerszijden, door Jacques Jacquet; putti als hoekbekroning, uitgevoerd door Ph. Leemans (noord) en H. Sterckx (zuid).

Symmetrische zijgevelopbouw met drie risalietpartijen aan de Beursstraat en de
Henri Mausstraat. Centraal risaliet met oorspronkelijk opeenvolgend rechthoekige deur onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., gebeeldhouwd friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., rondbooglichten tussen kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). en kleiner rondbooglicht in top; in 1893 door architect Jules Brunfaut verbouwd met erkervormig Venetiaans drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en ruim rondbogig vijflicht met kleine roedenverdeling ; wapen van Brussel in de rondbogige attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Zijrisalieten met aediculavensters bekroond door liggende beeldengroepen door Louis Samain (Beursstraat) en door P.F. Swiggers en Albert Ernest (?) Carrier-Belleuse (Henri Mausstraat) en met aan attiek allegorische topbeelden Europa door C. Van Oemberg en Amerika door Louis Samain (Beursstraat) en Azië en Afrika door A. Van Rasbourgh (Henri Mausstraat); in de rondboognissen Landbouw en Nijverheid (Beursstraat) en Kunst en Wetenschap (Henri Mausstraat) door Guillaume De Groot. Gevels verder met fraai omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder druiplijst, gescheiden door omlopend decoratief fries met uitbeelding van putti bedrijvig in de Belgische Kunst, Handel, Nijverheid en Landbouw, uitgevoerd door Albert Ernest (?) Carrier-Belleuse; medaillons met monogrammen van België en koning Leopold II.

Achtergevel aan de Zuidstraat met zelfde venstertraveeën. Portiekgedeelte onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met jaartal 1873 in het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.; op het boogfronton, boven middendeur, allegoriën Handel en Zeevaart door Louis Samain. Rondbogige attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met wapen van Brussel ; hoekbeelden met putti door E. Melot en J. Vanden Kerckhove.

Beurs voor Publieke Fondsen, interieur (foto [s.d.]).


Interieur.
Ordonnantie en versiering naar patroon van het exterieur. Centrale ‘beurshal’ in vorm van Grieks kruis ingekapseld door middel van deels beglaasde tussenwanden. Markante ruimtewerking : centrale ronde koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met pendentieven en tongewelven boven kruisarmen over de volledige bouwhoogte geschraagd door gebundelde Corinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en zuilen, op hoge sokkel, onder rijk geornamenteerd
entablement; oorspronkelijke stucoverwelving in 1893 gedeeltelijk vervangen door gebogen beglazing. oostgevelwand (westelijke muur van vestibule aan Zuidstraat) ter hoogte van de balustrade gemarkeerd door drie rondboogvensters ; tegen de penanten, tweemaal twee door Auguste Rodin gebeeldhouwde kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). onder entablement en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met wereldbol tussen putti in het timpaan. Kruisarmen met door middel van bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. opgedeelde rondboogarcades, beneden geopend onder meer voor kantoorruimten onder stucplafond op Toscaanse zuilen. Bijzonder rijk stucdecor op koepelgewelf, pendentieven, tongewelven en rondbogige scheibogen cf. talrijke stafwerk- en rozetmotieven, medaillonsRonde of ovale cartouche. en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., guirlandes, handelssymbolen en wapens van Brussel. Bewaarde bronzen lichtarmen uit bronsgieterij ‘Compagnie générale des Bronzes’. Voorts in de hoekruimtes, opgedeelde tweede bouwlaag voor bijkomende burelen met betonnen en beglaasde vloeren en lokalen ter hoogte van de dakverdieping, ten noorden en ten zuiden verbonden via loopbruggen : aanpassingen van 1927 naar ontwerp van architect François Malfait.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 30107 (1853-1870), 30147-30408 (1866-1895), 77739-77740 (1927); N.P.P., K 2. 

Publicaties en studies
LEBLICQ Y., Ontwerpen voor de bouw van een beurs te Brussel in het begin van de jaren 1860 (Gemeentekrediet van België, jg. 31, nr. 121, juli 1977, p. 177-190).
P. MEIRSSCHAUT, Les sculptures de plein air à Bruxelles, Bruxelles, 1900, pp. 143- 146.
Poelaert en zijn tijd, Brussel, 1980, p. 210-212.