Typologie(ën)

herenhuis
portiek/poort
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Barnabé GUIMARD1782-1785

Louis MONTOYER1782-1785

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Classicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

id

Urban : 39908
lees meer

Beschrijving

Middenpaviljoen identiek aan nr. (4-)6, met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de zijgevels nagenoeg volledig gedicht sinds eerste kwart 19e eeuw. Heden zogenaamd Hotel van Financiën. Door bouwheer E. de Walckiers opgetrokken in 1782-1784, onder leiding van architect Louis Montoyer. Gebouwd op het terrein dat aanvankelijk in 1781 was opgekocht door de Sint-Gertrudisabdij, doch ingevolge de hoge bouwkosten van haar belendend refugehuis (nr. 14-16) door de abdij overgedragen aan Louis Montoyer, die het op zijn beurt overdroeg aan E. de Walckiers.

Ruim herenhuis met in oorsprong een aanleunende dienstwoning rechts, een gemeenschappelijke koetspoort met het refugehuis ernaast en een achteringelegen binnenplaats met parallel koetshuizen en stallen. In 1784 verhuurd aan graaf N.A. d’Arberg, vanaf 1789 bewoond door burggraaf A.A. de Walckiers. Na openbare verkoop, dienstgebouw in 1811 in bezit van de familie d’Aubrémé, herenhuis in 1812 eigendom van X. Jaquelart die het verhuurde aan de Hollandse regering. Sinds 1836 eigendom van de Staat en tot op heden bestemd als residentie voor de Minister van Financiën. Achteringelegen stalling en koetshuizen samen met de woningen aan de vroegere Orangeriestraat in 1861-1864 vervangen door de M-uitbreiding van de diverse ministeriële departementen, met, voor de diensten van Financiën, op de oostelijke binnenplaats een bijkomende parallelle verbindingsvleugel bestemd als bibliotheekgebouw en achterin sinds 1898 een magazijn voor drukwerk. Dienstwoning aan de straat sinds 1864 opnieuw annexe van het herenhuis.

Ruimer zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tellende middenpaviljoen met zelfde bouwlaaghoogte, gevelopbouw, vensteromlijstingen en decor als hoekpaviljoenen. Deurvensters hier in elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., bovenste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met acanthussleutel, poorttravee met balkon in effen gevelvlak en beëindiging door een opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. Lodewijk XVI-attiek
.

Interieur
met fraai Lodewijk XVI-decor, in 1983 en 1985 gerestaureerd. Ruime koetsdoorgang aan westzijde uitziend op trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. witmarmeren eretrap met balusterleuning. Op de hoofdverdieping enfilade van luxueus gedecoreerde salons met sierlijk stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer., witmarmeren schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. en rijkelijke parketvloeren met gevarieerde houtsoorten en motieven; plafondschildering op doek in het roze salon daterend uit de Hollandse periode. Mobilair in Lodewijk XVI-, Napoleon III- en empirestijl; 19e-eeuwse portretschilderijen door L. Gallait.


Bronnen

Publicaties en studies
CHRISTENS R., Het Hotel van Financiën. Geschiedenis van een huis, Tielt, 1987.