Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32083
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl waarvoor bouwaanvraag van 1856; drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Bijkomende linker portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. en afzonderlijk koetshuis met inrijpoort.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. kelderopeningen, horizontaal geleed door de puilijst en doorgetrokken lekdrempels. Rechthoekige muuropeningen, op begane grond in vlakke, op bovenverdiepingen in verticaal oplopende geriemde omlijstingen met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Gevelbeëindiging door gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met alternerend gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst. Verzorgd houtwerk van vleugeldeur met ijzeren tracering in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; sierlijke ijzeren hekken voor kelderopeningen en benedenvensters.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 7379 (1856).