Typologie(ën)

opslagplaats/loods
herenhuis

Ontwerper(s)

A. FOUGNIESarchitect1905

M. MERTENSarchitect1891

G. GHYSELS1905

INCONNU - ONBEKEND1913

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 02 april 1999

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32980
lees meer

Beschrijving

Groothandel in fournituren waarvan de stichting teruggaat tot 1780, bestaande uit pakhuizen en een herenhuis gebouwd voor rekening van Ernest Absalon, tussen 1891 en 1913.

Op nr. 41. Pakhuis uit 1913; ontwerp toegeschreven aan architect Victor Horta. Gebouwd als uitbreiding van het aanpalende nr. 43-45. Constructie met ijzerskelet - roosteringen en kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. - in het interieur; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en vier bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel van natuur- en hardsteen met twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Stijlovereenkomsten met de achtergevel van de voormalige Grand
Bazar Anspach, n.o.v. Horta van 1903, aan de Grétrystraat (zie Anspachlaan nr. 24-30). Geblokte hardstenen benedenbouw met sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en puilijst, geopend door rechthoekige tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., getralied in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.; in 1933 ingevoegde deur.
Verdiepingen van natuur- en hardsteen voor omlijstingen, geritmeerd door getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met geprofileerde imposten. Brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, I-balkIJzeren latei met I-profiel. op de eerste twee, hanenkamboog op de bovenste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. ; getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kleine roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..

Op nr. 43-45. Herenhuis en pakhuis naar een ontwerp van de architect M.
Mertens (?), 1891.
Herenhuis van het dubbelhuistype, met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel van natuur- en hardsteen met horizontale geleding. Geblokte centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. vanaf de puilijst, met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.,
entablement en bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Zware erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bekroond door terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de twee linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de bel-etage. Rechthoekige deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., verdiept op de benedenverdieping, in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op de verdieping, op doorgetrokken lekdrempels. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Langs Arteveldestraat, tussen nr. 70 en 72. Pakhuis, oorspronkelijk met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); verhoogd met nogmaals twee bouwlagen en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., n.o.v. architecten
A. Fougnies en G. Ghysels (1905). Later uitgebreid (zie nr. 41). Beschilderde bakstenen gevel met schaarse verwerking van hardsteen, geleed door de puilijst en vlakke pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. SteekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in de linkertravee, met lekdrempel en onderdorpel. Klassieke beëindiging.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 41: 21384 (1913), 47048 (1933); 43-45: 21384 (1891), 23408 (1905).


Publicaties en studies
BORSI 
F., PORTOGHESI R, Victor Horta, Brussel, 1970, p. 190.