Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

E. CLAES1875

Pierre BLONDELarchitect1988-1994

Stijlen

Eclectisme
Neobarok
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32263
lees meer

Beschrijving

Op hoek, imposant opbrengsthuis zogenaamd A Saint-Christophe, in eclectische stijl met elementen uit de neobarokNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). en neoclassicistisme, naar een ontwerp van de architect E. Claes, 1875.

 Zes bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak. Gevel grotendeels in natuursteen, op de bovenste drie verdiepingen verwerkt met baksteen. Hoge geblokte benedenbouw met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en zware sleutels, belijnd door de puilijst. Tweede en derde verdieping gemarkeerd door een breed balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., gecanneleerde Korinthische pilasters, doorhangende guirlandes, en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Onversierde eerste en vierde verdieping, respectievelijk opgevat als tweede tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en attiek. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Afgeschuinde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. geaccentueerd door de omlijste winkeldeur met huisnaam, gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken., nis met Sint-Kristoffelbeeld, en doorhangende guirlande; sluitsteen en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op de bovenste verdieping, onder bekronend gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schelpmotief. Ruim beglaasde puien met oorspronkelijk houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; privé-portalen met cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarin onder meer initialen “PD” van bouwheer P. Desmet. RegistersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige vensters op verdiepingen met geriemde omlijstingen en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen.
Renovatie n.o.v. architect P. Blondel, beëindigd in 1993.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 9076 (1875).