Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

E. CLAES1875

Pierre BLONDELarchitect1988-1994

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neobarok
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32263
lees meer

Beschrijving

Op hoek, imposant opbrengsthuis zogenaamd A Saint-Christophe, in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met elementen uit de neobarokNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). en neoclassicistisme, naar een ontwerp van de architect E. Claes, 1875.

 Zes bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel grotendeels in natuursteen, op de bovenste drie verdiepingen verwerkt met baksteen. Hoge geblokte benedenbouw met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en zware sleutelsSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., belijnd door de puilijst. Tweede en derde verdieping gemarkeerd door een breed balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. Korinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., doorhangende guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Onversierde eerste en vierde verdieping, respectievelijk opgevat als tweede tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. AfgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. geaccentueerd door de omlijste winkeldeur met huisnaam, gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken., nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met Sint-Kristoffelbeeld, en doorhangende guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. ; sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op de bovenste verdieping, onder bekronend gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schelpmotief. Ruim beglaasde puien met oorspronkelijk houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; privé-portalen met cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarin onder meer initialen “PD” van bouwheer P. Desmet. RegistersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen met geriemde omlijstingen en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen.
Renovatie n.o.v. architect P. Blondel, beëindigd in 1993.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 9076 (1875).