Typologie(ën)
opslagplaats/loods
Ontwerper(s)
Aloïs NEEFS – aannemer, architect – 1902
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 6072
Beschrijving
Atelier in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. i.o.v. Aloïs Neefs, aannemer van openbare werken, 1902.
Oorspronkelijk gebruikt als magazijn.
Twee bouwlagen. Aan achterkant staat werkplaats in verbinding met huis op Moricharplein nr. 54. Bakstenen gevel onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met witstenen banden; geflankeerd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met acroteria. Op benedenverdieping twee muuropeningen onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.: toegangsdeur en voormalige garagepoort, verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In tweede bouwlaag centrale goederendeur. Klein halfrond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.; aandaken met pittoresk uitzicht door bakstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ....
Oorspronkelijk gebruikt als magazijn.
Twee bouwlagen. Aan achterkant staat werkplaats in verbinding met huis op Moricharplein nr. 54. Bakstenen gevel onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met witstenen banden; geflankeerd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met acroteria. Op benedenverdieping twee muuropeningen onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.: toegangsdeur en voormalige garagepoort, verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In tweede bouwlaag centrale goederendeur. Klein halfrond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.; aandaken met pittoresk uitzicht door bakstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ....
Bronnen
Archieven
GASG/DS 49 (1902).