Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Antoine MENNESSIERarchitect1876

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33758
lees meer

Beschrijving

Huizenrij volgens bouwaanvragen van 1876 ontworpen door architect Antoine Mennessier.

Nr. 60 zie hoekpand Eredienststraat nr. 24-28.

Nr. 62-64. Van bij oorsprong in twee enkelhuizen opgedeeld pand, met bepleisterd gevelffont van vijf verkleinende bouwlagen en totaal vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lijstgevel met sobere neoclassicistische inslag: nadrukkelijke horizontale belijning door imitatiebanden, doorgetrokken lekdrempels, friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met meander- of schijfmotief en eenvoudig hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige benedenvensters en deuren; getoogde bovenvensters in geriemde omlijsting, op twee hoofdverdiepingen met festoen- en schelpvormige sluitstenen en ijzeren leuningen en balkons.

Nr. 66, 72. Op gevelontwerp twee gelijkaardige eclectische bak- en natuurstenen lijstgevels met drie bouwlagen + entresol en brede venstertraveeën, onder driehoekige frontonbekroning op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met bel-etagedeurvensters ontworpen als tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in plaats van huidig breed deurvenster in nr. 66 en drielicht in nr. 72. Markerende ijzeren balkons en pseudo-balustrades. Huidige puien met simili-bekleding in plaats van oorspronkelijk telkens breed uitstalraam tussen twee deuren: in nr. 66 volgens bouwaanvraag van 1922, in nr. 72 van 1919, met combinatie van neotraditionele kloosterkozijnen en neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). rondboogdeur. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met twee dakvensters in nr. 72 van 1931.

Nr. 74. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevel van vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met schijnvoegen over de eerste twee, pilastergeleding over de bovenste twee bouwlagen. Rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting, met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en rozet-diamantkoppen op de twee hoofdverdiepingen. Bel-etage met doorlopende ijzeren balkonleuning en aflijnend rozettenfries. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en latere dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 18199 en 3023 (1876), 26804 (1922), 26805 (1919), 47217 (1931).