Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Ph. DE CUBBER1883

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30375
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rijhuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, naar ontwerp van architect Ph. De Cubber van 1883, in de gevel gesigneerd en gedateerd “anno 1884”; drie bouwlagen + entresol en in totaal negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). 

Bepleisterde lijstgevel, oorspronkelijk bepaald door een smal middenrisaliet en terzelfdertijd deurtravee onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; geleding door middel van een gevelbreed balkon, in het ontwerp met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., op bewerkte uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., heden afgevlakt. In de benedenbouw gewijzigde winkelpuien, oorspronkelijk in spiegelbeeld aan weerszij van de centrale ingang; beglaasde entresol met steekboogopeningen en ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In de bovenbouw kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., onderaan gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bundelen; travee-indeling door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder doorlopend  entablement met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op de eerste verdieping rechthoekige deurvensters in geriemde omlijsting; ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor de Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op de gevel na gesloopt in 1991.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 17494 (1883).