Typologie(ën)

kantoorgebouw
bank

Ontwerper(s)

Jules BRUNFAUTarchitect1909-1920

Juridisch statuut

Beschermd sinds 05 juli 2001

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30028
lees meer

Beschrijving

Brederodestraat 11-13-13a ,Theresianenstraat 14.

Voormalig bankgebouw Banque d’Outremer, ook Banque Congo Belge. Monumentaal hoekcomplex (Theresianenstraat nr. 14) in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., in twee fasen opgetrokken, naar ontwerp van architect Jules Brunfaut van 1909 (westvleugel) en 1919-1920 (hoekvleugel); doorlopend  in Naamsestraat nr. 48-52. 

Gevels van natuursteen op hoge granieten sokkel; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en mansardedak (kunstleien). Westvleugel van vijftien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door licht gedesaxeerd middenrisaliet; verhoogde begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en puilijst, bovenverdieping in kolossaalorde, beëindiging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en kroonlijst met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst. RisalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met achtereenvolgens rondboogportaal met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., dito oplopend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onderverdeeld door entablement op granieten zuiltjes en geflankeerd door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; bekroond door driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Zijtravee met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., op bovenverdieping met granieten deelzuil en paneel op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. binnen rechthoekige lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. In linkertravee medailIon met jaartal “mcmx”; hoge dakkapel. Hoekvleugel van negentien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door afgeschuind hoekrisaliet met bijkomende attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en in ontwerp koepelbekroning. Elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met identieke opstand doch éénlichten. Acht linkse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (Theresianenstraat) met afwijkende ordonnantie: eerste twee bouwlagen geritmeerd door kolossale Dorische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; derde bouwlaag door Ionische pilasters; granieten portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. uiterst links.

Naamsestraat 48.

Voormalige zogenaamd Banque d’Outremer, hier gesticht in 1899. Huidige gebouwen aan de Naamsestraat naar ontwerp van architect Jules Brunfaut van 1916, met integratie van een reeds bestaand gedeelte van de pui naar ontwerp van Brunfaut van 1912 (zie ook Brederodestraat nr. 9-13). Geknikt gebouw met lijstgevel van Euvillesteen, in neorenaissancestijl; vier in hoogte afnemende bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Begane grond opgevat als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., met geblokte posten en Toscaanse zuilen onder klassiek entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met guirlandes en rozetten in de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., afgesloten door ijzeren hekken. Bovenverdiepingen gemarkeerd door geblokte midden- en hoekpilasters; gebeeldhouwd embleem van de bank en allegorisch medaillonRonde of ovale cartouche. op de middenpenant. Rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting, op de eerste twee verdiepingen verticaal oplopend met entablementen op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., op de eerste bovendien met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en schijfEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst., op de derde verdieping met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., drop en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met gebroken architraaf, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en tandlijst; oorspronkelijk attiek opgevat als balustradeHekwerk van spijlen of balusters., cf. behouden postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt..

Bronnen

Archieven
Brederodestraat 11-13-13a, Theresianenstraat 14. SAB/OW 1734 (1909), 27121 (1919-1920).
Naamsestraat 48. SAB/OW 20839 (1916), 17541 (1912).