Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

P. HERMANUS1903

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30221
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. naar ontwerp van architect P. Hermanus, 1903. Vijfde prijs in de gevelwedstrijd van 1894-1905.

Vijf bouwlagen + entresol en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Concave gevel van lichtgekleurde baksteen met profiellijsten en verwerking van hardsteen. Markante winkelpui, gevat in een over de entresol doorlopende  boogopening: centrale deur tussen vitrines, onder drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., met zichtbare structuur van ijzeren I-profielen. Verdiepingen met conventionele indeling en door balkons gemarkeerde centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Uitgewerkte vensteromlijsting met booglijst, herhaling van de pui, op de hoofdverdieping. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). waarin sgraffito’s, heden grotendeels verwijderd, op de tweede en derde verdieping. Fraai smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoogste bouwlaag als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met getoogd drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., boven de fijne, gekorniste kroonlijst op ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 13080 (1903), 31708 (1894-1905).