Typologie(ën)
opslagplaats/loods
appartementsgebouw
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
E. DE BOELPAEPE – architect – 1935
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33209
Beschrijving
Handels-/appartementsgebouw
in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar ontwerp van architect E. De Boelpaepe van 1935.
Gebouwd in
opdracht van de firma “Gérard
Konickx Frères”, groothandel in
bananen en sinaasappelen, met een gelijkaardig complex aan de Oude Graanmarkt
nr. 7-11 (1927, architect E. Dhuicque) en een bedrijfsgebouw aan de Nieuwe
Graanmarkt nr. 22-23 (1932, eveneens De Boelpaepe).
Vanaf de jaren 1920 komen de eerste bananen uit Congo aan in Brussel. De importeurs laten ze rijpen in hun opslagplaatsen. De prijs blijft echter zeer hoog. In de jaren 1930 worden bananen geleidelijk in grotere hoeveelheden geïmporteerd en ontwikkelt de handel zich aanzienlijk.
Vanaf de jaren 1920 komen de eerste bananen uit Congo aan in Brussel. De importeurs laten ze rijpen in hun opslagplaatsen. De prijs blijft echter zeer hoog. In de jaren 1930 worden bananen geleidelijk in grotere hoeveelheden geïmporteerd en ontwikkelt de handel zich aanzienlijk.
Karakteristieke indeling:
loskade en fruitmagazijnen over doorlopende dubbele niveau’s - respectievelijk
begane grond + entresol en eerste twee verdiepingen - in de ruim onderkelderde
benedenbouw; erbovenop vier verdiepingen appartementen als voorbouw, en een
dito magazijn als volledig gescheiden achterbouw.
Markant gevelfront met
karakteristiek reliëf en gebeeldhouwd decor, met publicitaire functie. ParementGevel- of muurbekleding.
van natuursteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. voor de boven-, hardsteen met granieten plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. voor de
benedenbouw. Ruim opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. benedenbouw onder een korte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., met
trapezoïdale poortopening, geflankeerd door deurtravee met entresol; fraai
ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van de harmonicapoort, zijdeuren en bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., met “gestroomlijnde”
lijnvoering. Eerste vier bovenverdiepingen gemarkeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten.,
gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. bekroond door vergulde fruitornamenten respectievelijk
bananentros en sinaasappelen. Krachtig ritme van de gebogen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van
de bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. en balkons met golvend effect. Erboven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met opschrift “GERARD •
KONINCKX • FRERES” in een karakteristiek
lettertype. Hoogste twee verdiepingen opgevat als terugwijkende
attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met tweeledig verdiepte penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en gelede lijst. Brede
raamopeningen met metalen roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 47102 (1935).