Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33136
lees meer

Beschrijving

Geheel vier opbrengsthuizen met neoclassicistsiche inlag, gebouwd i.o.v. de Société de Travaux Publics et Constructions, 1879.

BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevels op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..
AfgeschuindSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoekhuis met entresol en drie bouwlageng, negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Begane grond met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waartussen winkelpuien en privédeur. Rijwoningen met vier bouwlagen en elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. uitstralend boven rechthoekige muuropeningen met diamantkopsleutels. Verdiepingen met centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorlopend  in zijbalkons op bel-etage; horizontale geleding door kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met neuten en soms borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., onder meer met rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood.. Nr. 86, verbouwd voor winkelpui.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 20457 (1879).