Typologie(ën)

opbrengsthuis
relicten van de stadsomwalling

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33114
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie woningen – één burgerwoning (nr. 31) en twee opbrengsthuizen (nr. 33-35-37 en 39-41-43), in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag naar ontwerp van architect A. Vanderheggen van 1878.

Vier bouwlagen met drie, vier of vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevels op hardstenen benedenverdieping of onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (nr. 31). Centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., deels gevelbreed met uitstekende middenpartij. In nr. 33-35-37, centrale inrijpoort tussen winkelpuien. In nr. 39-41-43, rijker stucdecor met oplopende riemomlijstingen, rozetfriezen en sleutelsSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping verbouwd tot winkelraam. Inmiddels gerenoveerd.
Op binnenplaats: muurfragment van de eerste stadsomwalling (11e-13e eeuw), van zandsteen met bakstenen aanvullingen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 23415, 23428 en 23435 (1878).