Typologie(ën)

woning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1845

Jean HAUWAERTarchitect1901

INCONNU - ONBEKEND1869

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33563
lees meer

Beschrijving

In oorsprong twee woningen met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, 1845.

Bepleisterde gevel van vier bouwlagen en respectievelijk één + één + vier - in plaats van op plan vijf - traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gewolfd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Op verdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en lekdrempels, doorgetrokken op twee middelste bouwlagen. Accent in tweede bouwlaag in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. door glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in geriemde omlijsting en balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Beëindiging door geleed kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Benedenverdieping met klassieke uitstalramen, aan weerszij van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. (1869); in Greepstraat, privé-ingang met flankerend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts (1899) en uiterst links rijker uitgewerkte houten vitrine (n.o.v. architect J. Hauwaert, 1901).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 11633 (1845, 1869), 67487 (1899), 47171 (1901).