Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Thomas VINÇOTTE – beeldhouwer – 1912-1921
Inventaris(sen)
- Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Het initiatief tot oprichting van dit gedenkteken kwam er al onmiddellijk na het overlijden van koning Leopold II in 1909. Het memoriaal was bedoeld als hommage aan het ‘beschavingswerk’ van de eerste Belgische kolonisten in Congo (DE CALLATAY, F., 1996, p. 197). Het roemde onder meer de overdracht van de kolonie aan België in 1908. Onder de bescherming van koning Albert I werd in 1911 een nationaal comité opgericht dat de bouw van het monument zou organiseren. Het geld kwam van de Staat, de Stad Brussel en intekenaars. Gezien zijn bekendheid werd de beeldhouwer Thomas Vinçotte rechtstreeks aangesproken, zonder eerst een wedstrijd uit te schrijven. Hoewel hij het ontwerp volledig zelf tekende, deed hij een beroep op de technische adviezen van architect Ernest Acker. Het gedenkteken werd vanaf 1912 ontworpen en ter plaatse gehouwen. Door de Eerste Wereldoorlog en de slechte gezondheid van Vinçotte zou de inhuldiging pas in 1921 plaatsvinden.
Het imposante werk staat op een verhoog dat bereikbaar is via drie trappen. Het heeft de vorm van een cirkelboog rond een ovaal bekken. Het bestaat verder uit vijf beeldengroepen die elk voorzien zijn van tweetalige opschriften.
In het midden, ter hoogte van het bekken, bevindt zich een allegorische voorstelling van een kwijnende man en een krokodil op een achtergrond van planten. Dit tafereel stelt de ‘De stroom Congo’ voor. De beide uiteinden van het monument lopen uit in een sokkel met daarop een sculptuur in haut-reliëf. Het beeld links – ‘De Belgische militaire heldenmoed / verdelgt den Araabschen slavendryver’ – stelt de campagne voor van baron Dhanis tegen de slavenhandelaars. Het beeld rechts herinnert aan het heldenoffer van sergeant de Bruyne: ‘De Belgische soldaat offert zyn leven / voor zynen ter dood gekwetsten overste’.
Op halve hoogte van het monument bevindt zich een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). die van rechts naar links moet worden gelezen: het bas-reliëf toont Afrikanen die door soldaten en missionarissen worden meegevoerd naar een officieel uitziende man met baard, wellicht Leopold II. De friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). kreeg als titels: ‘De ontdekkers’, ‘De zendeling’ en ‘De Belgen in Congoland’.
Het werk wordt bekroond met een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. waarvan de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). het volgende opschrift draagt: ‘Ik heb het Congowerk ondernomen / in het belang der beschaving en voor / het welzyn van België. Léopold II 3 juin 1906.’ Boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). lezen we: ‘Gedenkteeken opgericht ter eere der eerste Belgische baanbrekers’.
Het geheel is voorzien van bekroningen met plantenmotieven in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., en in de as onderbroken door een laatste allegorische beeldengroep: ‘Het zwarte ras door België onthaald’, een zittende vrouw met toorts in de hand heft haar sluier op voor een Afrikaanse die haar kind komt voorstellen.
Ten tijde van zijn creatie werd het Congomonument met veel lof onthaald, maar vandaag is het controversieel. Enerzijds wordt het koloniale karakter ervan thans als schokkend ervaren. Zo werd een vergelijking gemaakt tussen de optocht in het bas-reliëf en een ‘met harde hand geleide deportatie’ (DE CALLATAY, F., 1996, p. 220). Anderzijds was het opschrift over de slavenhandelaars vanaf de jaren 1980 het onderwerp van talrijke polemieken die werden versterkt door de nabijheid van de Grote Moskee. Als gevolg van een klacht van de Arabische Liga in 1988 werd het woord ‘Araabschen’ en zijn vertaling officieel weggebeiteld. In 1992 werd het opnieuw gerestaureerd op vraag van de Cercle royal des anciens Officiers des Campagnes d’Afrique. Vandaag is het woord opnieuw uitgewist.
Beschermd op 18.11.1976.
Bronnen
Publicaties en studies
BOAS, S., CORTEN, I., Inventaire du petit patrimoine du parc du Cinquantenaire, onuitgegeven studie uitgevoerd voor de Koning Boudewijnstichting, 2002-2003.
DEROM, P., De beelden van Brussel. Galerie Patrick Derom, Brussel, Uitgeverij Pandora, Antwerpen, 2000, pp. 139-140.
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 81.
FRANCK, L. (minister van Koloniën), Discours inaugural du monument aux premiers pionniers belges, 11.05.1921, éd. M. Hayez, Brussel, [1921].
Tijdschriften
DE CALLATAY, F., ‘Le monument du Congo de Thomas Vinçotte’, Bulletin des Musées royaux d’Art et d’Histoire, 61, 1996, pp. 197-224.