Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Louis DE CURTE – architect – 1878-1880
Thomas VINÇOTTE – beeldhouwer – 1880
Albert DESENFANS – beeldhouwer – 1880
Adolphe FASSIN – beeldhouwer – 1880
Henry PICKERY – beeldhouwer
Charles BRUNIN – beeldhouwer
Guillaume DE GROOTE – beeldhouwer
Gérard VAN DER LINDEN – beeldhouwer
Frans DECKERS – beeldhouwer
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken - Koninklijk Domein (DPC - DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Landschappelijk
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Het werd ingehuldigd op 12.07.1880, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Belgische Onafhankelijkheid, en het werd opgesteld in de aslijn van het voorplein van het Koninklijk Paleis van Laken, op de top van de Donderberg. De aanbesteding van de werken had twee jaar eerder plaatsgevonden, in 1878, en was toegewezen aan aannemer A. Delporte (Sint-Gillis).
Het memoriaal ligt in het midden en op het hoogste punt van het openbare Park van Laken (beschermd op 17.09.1974) en heeft de vorm van een imposant negenhoekig baldakijn. De binnenkant vormt een kapel. Het gebouw is 43 meter hoog en rust op een zestien meter diepe gemetselde sokkel. In het midden bevindt zich het standbeeld in wit marmer van koning Leopold I die naar het kasteel kijkt, een werk van hofbeeldhouwer Guillaume Geefs.
De keuze voor de gotische stijl en van het silhouet van het monument werd ingegeven door de spits van het Brusselse Stadhuis, symbool van de vrijheid, en de meeste bouwkundige details werden ontleend aan de Brabantse gotiek, voor de gelegenheid verheven tot nationale stijl (zuilkapitelen met koolbladeren, accoladevormige welvingen van de spitsboogvormige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., nissen tussen consoles en nisgewelven verfraaid met de allegorieën van de provincies).
Het standbeeld van de vorst wordt omringd door gotische balustradesHekwerk van spijlen of balusters. die worden onderbroken door pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. waartegen de luchtbogen van de spits zijn aangebouwd. Op de negen hoeken, bevindt zich een pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. met een allegorie van een Belgische provincie die wordt geïdentificeerd aan de hand van attributen die de typische activiteiten van elk ervan voorstellen: de provincie Namen wordt gesymboliseerd door de metallurgie (beeldhouwer Thomas Vinçotte), Luxemburg door de jacht (beeldhouwer Constant-Albert Desenfans), Luik door de wapenfabricage (beeldhouwer Adolphe Fassin), Limburg door de landbouw (beeldhouwer Antoine-Joseph Van Rasbourgh), Antwerpen door handel en zeevaart (beeldhouwer Frans Deckers), Brabant door de koninklijke scepter (beeldhouwer Charles Van der Stappen), Oost-Vlaanderen door de spinnerijen en de sierteelt (beeldhouwer Gérard Van der Linden), West-Vlaanderen door de visvangst (beeldhouwer Henry Pickery), Henegouwen door de steenkool (beeldhouwer Charles Brunin).
Het decoratieve beeldhouwwerk werd toevertrouwd aan het atelier van Georges Houtstont, evenals de uitvoering van de standbeelden van de Provincies, al verscheidene jaren ter studie onder leiding van de Koninklijke Commissie voor Monumenten, door negen beeldhouwers die (in de meeste gevallen) afkomstig waren uit de uitgebeelde provincie en die naar een schets van Paul De Vigne werkten.
De verdiepingen zijn voor het publiek toegankelijk via een wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. in een koker van colonnetten.
Het monument werd oorspronkelijk bekroond door een standbeeld in geciseleerd koper en brons (de toorts) met de Genius van het Erkentelijke België die met de nationale vlag zwaait, naar een ontwerp van beeldhouwer Guillaume De Groot (ateliers Gaget-Gauthier, Parijs); in november 1880 raakte het beeld uit evenwicht door de wind en werd het verwijderd en in entrepot geplaatst. In juni 1882 stelde de minister van Openbare Werken voor de vlag die de genius oorspronkelijk vasthield door een toorts te vervangen en het werk op het dak van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te plaatsen (zie Regentschapsstraat 3-5, Brussel). Het beeldhouwwerk werd omgedoopt tot Genius der Kunsten.
Bronnen
Publicaties en studies
Demey, Th.,
Het koninklijk domein van Laken, Ministerie
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2004 (verz. Brussel,
stad van kunst en geschiedenis, 37), pp. 39, 41.
Demey, Th., Léopold
II (1865-1909), La marque royale sur Bruxelles,
Badeaux, Brussel, 2009, pp.372-375.
HouBart, C., “Le monument à Léopold
Ier: aux origines de l’urbanisation de Laeken”, Notre Comté. Annales du cercle d’histoire, d’archéologie et de folklore
du comté de Jette et de sa région, XXX, 2003, pp. 89-110.
HouBart, C., “Le monument à
Léopold Ier à Laeken: approche architecturale et typologique”, Bulletin de la classe des Beaux-Arts, 14,
pp. 183-195.
Houbart, C., Le monument à Léopold Ier au parc de Laeken, par Louis De
Curte (1878-1884): étude historique et iconographique, onuitgegeven
licentieverhandeling in de Kunstgeschiedenis en Archeologie, onder leiding van Alain
Dierkens, Université Libre de Bruxelles, 2000.
Van Lennep, J., Catalogue de la sculpture. Artistes nés
entre 1750 et 1882, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van de België, Gent,
1992, p. 419.
Van Lennep, J., Negentiende
eeuwse Belgische beeldhouwkunst, tentoonstellingscatalogus Generale Bank, 5
oktober-5 december 1990, Brussel, pp. 154, 155.
Tijdschriften
Exposition historique de l’art belge, Brussel,
1880, p. 163.
“Louis de Curte”, Poelaert et son temps.
Brussel,
Justitiepaleis, 1980, pp. 196-197.